Een toevallige voorbijganger vindt langs de kant van de weg een ernstig verwonde jonge vrouw. De briljante chirurg Scott Scoffer doet zijn uiterste best om het meisje te redden en slaagt hierin. Ze heeft echter last van geheugenverlies. Ze besluiten haar Abigail te noemen. Tijdens haar herstel worden Scott en Abigail verliefd en ze trouwen kort daarop. Al snel blijkt Scott echter een manipulatieve tiran te zijn. Abigail mag het huis niet uit en met niemand praten. Hij controleert iedere stap die ze zet en weet altijd precies waar ze zich bevindt. Dit tot verbazing en groot ongenoegen van Abigail. Langzaam maar zeker herinnert ze zich meer van haar leven voor het ongeluk. Ze voelt instinctief aan dat ze dit beter niet met Scott kan delen. Het taalgebruik in dit boek onthult vrijwel meteen de Vlaamse komaf van de auteur. De opbouw van het verhaal is sterk en het heeft een interessante plotwending. Het is geen nagelbijter. Ondanks dat er veel dingen beschreven worden die niet door de beugel kunnen, zijn de reacties van de personages erg mak. Hierdoor verliest het verhaal aan geloofwaardigheid. De auteur (1946) publiceerde eerder jeugdverhalen en de thriller 'Mathilde'* (2020) Verberg tekst