‘Rokjesdag is die ene dag in het voorjaar dat alle vrouwen als bij toverslag ineens een rok dragen, met daaronder blote benen.’ Aldus schrijver/columnist Martin Bril (1959-2009). De term bestond al, maar Martin Bril maakte hem onsterfelijk in zijn columns. Voor hem zat de fascinatie in de ‘toverslag’. Hoe weten al die vrouwen toch dat het rokjesdag is? De term haalde zelfs de Van Dale. In deze bundel columns (eerder verschenen in de Volkskrant en Het Parool) staan zijn drie rokjesdagcolumns, plus 37 andere lente- en zomerverhalen, over een nieuwe zomerjurk, april, tennisrokjes, verlangen naar de lente, billenleed, terrasjes, vogelgezang, Scheveningen, haring, de barbecue en het fluitenkruid. Bril observeert, associeert en fantaseert en schrijft het in de voor hem zo kenmerkende stijl op. Gewone dingen worden bijzonder door de manier waarop hij erover schrijft. De lente op zijn Bril’s.