Deze roman voert ons binnen in de wereld van drie zussen die uit een rijke aristocratische familie stammen. Hun 17e-eeuwse palazzo in het centrum van Cagliari was eens het fiere bezit van de familie, maar geleidelijk aan werd de woning verdeeld in appartementen, waarvan een deel verkocht is. Het doel van de zussen is het voorvaderlijke bezit opnieuw in zijn volledigheid te verwerven. De jongste zus is de “gravin van ricotta”, zo genoemd omdat ze zo onhandig is en zo zachtaardig is. Ze heeft een zoon, Carlino, die achterlijk is en door zijn klasgenoten wordt geschuwd. Maddalena is gelukkig getrouwd met Salvatore, maar ze slagen er, ondanks de vele seks, niet in om kinderen te krijgen. Noemi, de jongste, is ongelukkig, omdat ze dreigt een oude vrijster te worden. De herder Elias heeft een oogje op haar, maar ze kan hem niet aan haar te binden, want hij woont liever op het platteland. In deze magisch-realistische roman vol humor en fijne ironie zijn we getuige van leed en liefde van de zussen. De buurt Castello in Cagliari wordt met veel liefde geschilderd. Normale druk. Verberg tekst