Gertje Gans heeft grote honger en gaat op zoek naar eten, en ja hoor: in de schuur ligt lekker graan. Ze vindt twintig goudgele graankorrels. Maar Haan komt eraan, ze delen eerlijk elk tien lekkere korrels. Maar wat dacht je? De kippen en familie muis willen ook een graantje meepikken. Wat nu, denkt Gans beduusd, en daar komt nog iemand aan! Daar is de boerin met een grote zak vol graan en ze strooit en strooit. Genoeg te eten voor allemaal.

In dit prentenboek is het verhaal in rijmvorm verteld. Het is de bedoeling dat de kleuters tellen hoeveel korrels op elk bordje liggen. Hoe meer dieren de schuur binnenkomen, hoe meer bordjes, maar des te minder graankorrels. Op het einde ligt er nog één graankorrel op elk bordje. Soms moet je goed kijken, want de graankorrels liggen wat dooreen op sommige bordjes, zodat het lijkt dat ze ongelijk verdeeld zijn De illustraties doen een beetje aan collagetechniek denken, maar zijn platter en minder expressief. Toch een prettig verhaal, en de rijmen klinken heel spontaan. Dit is een goede oefening voor kleuters vanaf vier jaar om te leren tellen, en ook om te leren delen onder elkaar. In elk geval is dit een vrolijk vertel- en telboek.