Bang voor de tandarts
Later word ik : brandweerman, onthaalouder, vuilnisman, marktkramer, bakker, juf of meester, buschauffeur
×

Later word ik : brandweerman, onthaalouder, vuilnisman, marktkramer, bakker, juf of meester, buschauffeur
Besprekingen
Voor kinderen die graag meer willen weten over een toekomstig beroep en die geïnteresseerd zijn in het beroep van brandweerman, onthaalouder, vuilnisman, marktkramer, bakker, juf of meester, buschauffeur valt er in deze uitgave veel informatie op te doen. Elk beroep wordt volgens een vast format gepresenteerd in het bestek van vier pagina's. Een paginagrote, realistische kleurenfoto vormt de inleiding, daarna wordt er aan de hand van korte, vlot leesbare hoofdstukjes (AVI- E5) een diversiteit aan informatie aangereikt. Het hoofdstuk eindigt met een paginagroot fictief 'praatje' met de persoon die dit beroep uitoefent. De opzet is gestructureerd, de tekst is vlot leesbaar, kent hier en daar een grapje, is informatief en met name deze praatjes zijn informerend en boeiend. Zachtgekleurde, cartoonachtige tekeningen completeren de tekst. De opzet is luchtig en heel illustratief voor de gepresenteerde beroepen. Compacte en handzame uitgave met glanzend papier in de reeks 'Lees je slim'*. De…Lees verder
Later word ik brandweerman, onthaalouder, vuilnisman, marktkramer, bakker, juf of meester, buschauffeur
In de informatieve reeks 'Lees je slim - beroepen' werd onlangs een eerste boekje 'Later word ik' uitgegeven. Beginnende lezers vernemen in dit beroepenboek wat de taken zijn van een brandweerman, onthaalouder, vuilnisman, marktkramer, bakker, juf of meester en buschauffeur. Elk beroep wordt in vier pagina’s toegelicht. Eerst zien we een paginagrote foto van de werker “in actie” en daarna volgt een opsomming van de meest gebruikte voorwerpen en de verklaring ervan. Tenslotte lezen we een kort interview, waarin op een beknopte en vaak ludieke manier meer informatie wordt gegeven over de keuze van het beroep en het takenpakket. De illustraties van Joris Thys sluiten mooi aan bij de teksten van Moniek Vermeulen.