“Dit is België”: een wat provocerende titel in tijden waar het bestaan van België openlijk ter discussie wordt gesteld. Peter De Rynck geeft in dit werk een chronologisch overzicht van wat als Belgische kunst kan beschouwd worden. Het overzicht begint uiteraard bij de Vlaamse Primitieven, de eerste bloeiperiode van de Belgische kunst. Een verkeerde benaming overigens, want sommige kunstenaars waren Waal, zoals Robert Campin, waarmee het overzicht begint. Als eerste grote kunstenaar komt de geniale Jan Van Eyck aan bod, gevolgd door Rogier van der Weyden, Dirk Bouts, Hugo van der Goes, Hans Memling en vele anderen. In de 16e eeuw is Pieter Brueghel een wat geïsoleerde figuur. De tweede grote bloeiperiode is de barok, met Pieter Paul Rubens, Anthony van Dyck en Jacob Jordaens. Op het einde van de 19e eeuw breekt James Ensor door, voorloper van het surrealisme. De 20e eeuw kende Spilliaert, Wouters, Permeke, Magritte. Luc Tuymans is de belangrijkste grote schilder. Van de kunstenaars worden telkens een of meer schilderijen paginagroot afgebeeld en grondig besproken. Verberg tekst