Roman. Paul Claes schreef een welbespraakte roman over het tumultueuze dichterskoppel Arthur Rimbaud en Paul Verlaine in Londen. De highlights van de met een pistoolschot bezegelde affaire trekken aan ons voorbij.
Huiskamergeleerde, allesweter, pasticheur, klassiek vertaler en meester-bloemlezer. Het is slechts een greep uit de bundel etiketten waar de intussen 73-jarige Paul Claes zich mee mag tooien. Al zullen sommigen er ook enigszins kwaadaardig 'wijsneus' aan toevoegen.
Claes gaat er prat op ons universum met cerebrale blik te bekijken én hem vervolgens in erudiete woorden te vatten: 'De wereld interesseert me wel, maar eerder als een object van kennis (gedistantieerd dus) dan als een object van liefde (investering, fixatie, binding). En misschien is het beter zo. Je moet alles toch loslaten, ten langen leste', schreef hij ooit in Het hart van de schorpioen (2002). Toch cultiveert Claes ook de speelsheid, met literaire puzzels à volonté.
Met liefst honderd boeken op zijn naam, waaronder ook poëzie en romans, zou je vermoeden dat Claes stilaan op zijn lauweren gaat rusten. Maar de schrijver ontwaart nog een paar lacunes in zijn …Lees verder
Huiskamergeleerde, allesweter, pasticheur, klassiek vertaler en meester-bloemlezer. Het is slechts een greep uit de bundel etiketten waar de intussen 73-jarige Paul Claes zich mee mag tooien. Al zullen sommigen er ook enigszins kwaadaardig 'wijsneus' aan toevoegen.
Claes gaat er prat op ons universum met cerebrale blik te bekijken én hem vervolgens in erudiete woorden te vatten: 'De wereld interesseert me wel, maar eerder als een object van kennis (gedistantieerd dus) dan als een object van liefde (investering, fixatie, binding). En misschien is het beter zo. Je moet alles toch loslaten, ten langen leste', schreef hij ooit in Het hart van de schorpioen (2002). Toch cultiveert Claes ook de speelsheid, met literaire puzzels à volonté.
Met liefst honderd boeken op zijn naam, waaronder ook poëzie en romans, zou je vermoeden dat Claes stilaan op zijn lauweren gaat rusten. Maar de schrijver ontwaart nog een paar lacunes in zijn oeuvre. In zijn nieuwe roman De haas en de regenboog grijpt hij terug naar de dichters Arthur Rimbaud en Paul Verlaine en hun geruchtmakende romance. Meteen Claes' momentum om de tweede helft van de 19de eeuw als decor én stilistische inspiratiebron aan te wenden.
Claes maakt er namelijk een erezaak van om zijn romans steeds in een ander tijdperk te situeren. Zo speelde De leeuwerik (2010) zich af in de tijd van de troubadours en ging hij spieden in de verlichte, 18de eeuw (De kameleon, 1998) of in het fin-de-siècle (Sfinx, 2004). Er waren ook excursies naar de 1ste eeuw van Jezus van Nazareth (De zoon van de panter, 1996) of naar de Romeinse 2de eeuw met Hadrianus en Antinoüs (Psyche, 2006). Zijn vorige roman Plastic Love zat ons dichter op de hielen: de jaren 60 en 70, tegen de achtergrond van een losser wordende moraal. Uiteraard was deze spitse roman ook een kroniek van seksuele bewustwording.
Vernuftig spiegelpaleis
Claes kent Rimbaud op z'n duimpje. Hij vertaalde zo goed als het volledige oeuvre van l'homme aux semelles de vent, de man met wind aan zijn zolen, zoals Verlaine hem ooit typeerde. Niet verbazingwekkend dat hij nu een soort aubade brengt aan een van zijn geliefde dichters.
Claes spitst zich toe op het jaar 1872 en later, wanneer Rimbaud en Verlaine het hazenpad kiezen naar Londen, na het neerslaan van de Commune in Parijs (waar Rimbaud tot zijn grote spijt niet bij was). Hun homoseksuele affaire is dan al veelbesproken en veroorzaakt immense spanningen bij Verlaines echtgenote Mathilde, terwijl de tomeloze Rimbaud er een handje van weg heeft om van huis weg te lopen, tot grote droefenis van zijn bar strenge moeder.
Maar ook tussen Verlaine en Rimbaud is het voortdurend bonje. Rimbaud, de arrogante driftkikker, is een stokebrand. De hoeveelheden absint en de opiumschuiverij dragen bij tot de veelvuldige ruzies tussen het duo, dat elkaar niettemin aanvuurt tot poëtische hoogtepunten.
We weten hoe het afloopt: met de fameuze schietpartij in Brussel én Rimbaud die zijn befaamde Une saison en enfer schrijft, waarna hij nooit meer zal dichten.
Al deze feiten worden door Claes trouw en netjes in een hoogst eloquent jasje gewikkeld, aangevuld met de omzwervingen van Paul (de haas) en Arthur (de regenboog) door Londen - van de havenbuurten naar Crystal Palace en de British Library of tussen de ex-communards.
Door de korte hoofdstukken, die telkens een aspect van Rimbauds oeuvre en leven belichten, houdt de roman een behoorlijke vaart. Het boek bevat bovendien virtuoze passages, zoals bij de openingsscènes waarin Arthur in een louche kwartier wordt meegetroond door een Maleier en bij een Chinese gastvrouw voor het eerst opium schuift.
Claes beschrijft de trip bijzonder intens én kleurrijk, aangelengd met de overdadige zwierigheid van een 19de-eeuwse roman. Londen rijst uit de smog als 'de metropool van alle rijkdom, de necropool van alle armoede'. Op elke pagina is de dadendrang van Rimbaud tastbaar: 'Zijn programma stond vast: zich verblinden om te zien, zich vergiftigen om gezond te worden, ziek worden om te genezen, wartaal uitslaan om de waarheid te spreken, zich verdoemen om gered te worden'.
Kriskras door het boek verstopt Claes de frasen die Rimbaud beroemd maakten. Zoals 'Il faut être absolument moderne' (uit Une saison en enfer). En Verlaine laat hij zeggen: 'Dichters zijn drinkers'. Wat hier ten overvloede bewezen wordt.
Opnieuw is deze nieuwe Claes een vernuftig spiegelpaleis waarin je door talloze referenties en intertekstualiteit in het ootje wordt genomen. Rimbaud-liefhebbers hebben er vast een vette kluif aan, want Verlaine krijgt in het geheel uiteindelijk maar een bijrol.
Toch ontspoort De haas en de regenboog soms in een biografisch essay of een staaltje hogere poëziehermeneutiek. Boeiend allemaal, maar minder op zijn plaats in een roman die daardoor af en toe vleugellam ligt en ja, zelfs even steriel dreigt te worden.
De Bezige Bij, 192 p., 19,99 euro.
Verberg tekst