Tox, Soap, Web (samen Toast), Wysiwyg, Kaufhaus Inferno, Poes poes poes, Lits jumeaux: zet de titels van de Vlaamse schrijver Paul Mennes (1967) op een rijtje en je krijgt een origineel avantgardegedicht. Het voorlopig laatste woord in dat cadavre exquis is Kamermuziek, een dodelijk ordinaire titel waarachter je een psycho-jerker over een gefrustreerde celliste verwacht. Maar schijn bedriegt, want Kamermuziek is misschien wel Mennes' meest gelaagde boeknaam tot nu toe. Hij verwijst niet alleen naar de vele flarden muziek in het boek ('No milk today' van Herman's Hermits, 'Last Christmas' van Wham, 'Idioteque' van Radiohead, maar ook bv. 'Die Walküre' van Wagner, stuk voor stuk nummers over angstgevoelens en niet bijster gelukkige liefdes), maar ook naar het televisiejournaal dat op de achtergrond voortdurend fragmenten werkelijkheid (de Van Gogh-moord, 9/11, de moord op Joe Van Holsbeeck) de kamer inspuwt. Daarnaast is hij…
Lees verder
Tox, Soap, Web (samen Toast), Wysiwyg, Kaufhaus Inferno, Poes poes poes, Lits jumeaux: zet de titels van de Vlaamse schrijver Paul Mennes (1967) op een rijtje en je krijgt een origineel avantgardegedicht. Het voorlopig laatste woord in dat cadavre exquis is Kamermuziek, een dodelijk ordinaire titel waarachter je een psycho-jerker over een gefrustreerde celliste verwacht. Maar schijn bedriegt, want Kamermuziek is misschien wel Mennes' meest gelaagde boeknaam tot nu toe. Hij verwijst niet alleen naar de vele flarden muziek in het boek ('No milk today' van Herman's Hermits, 'Last Christmas' van Wham, 'Idioteque' van Radiohead, maar ook bv. 'Die Walküre' van Wagner, stuk voor stuk nummers over angstgevoelens en niet bijster gelukkige liefdes), maar ook naar het televisiejournaal dat op de achtergrond voortdurend fragmenten werkelijkheid (de Van Gogh-moord, 9/11, de moord op Joe Van Holsbeeck) de kamer inspuwt. Daarnaast is hij ook een muzikale knipoog naar Menuet, want net als in Boons klassieker over isolement en vervreemding uit '48, waarin boven de tekst van de verhalen een strook van anticiperende en echoënde krantenkoppen loopt, duiken in de nieuwe Mennes apart gelay-outte gedachteflitsen op. En is Kamermuziek niet gewoon Nederlands voor 'Chamber music', de bundel liefdesgedichten van James Joyce (die op zijn beurt dan weer ? apocrief of niet ? een ironische verwijzing zou zijn naar in een kamerpot neerklaterende urine)? Om het à la Mennes te zeggen: literatuur, muziek en tv, het is allemaal één pot nat.
Sam Penn wordt op zijn dertigste door zijn ouders op hoogst mediatieke wijze het huis uitgewerkt: zonder hun zoon in te lichten laten ze hun huis door een tv-show restylen en zijn slaapkamer tot een biljartkamer omtoveren. Nadat hij een tijdje onderdak heeft gevonden bij zijn door 11 september geobsedeerde grootmoeder, gaat Sam via een krantenzoekertje in één huis wonen met zijn oud-klasgenoot Otter, diens alles fotograferende robothond Zippy en het gothic meisje Emilie. Alledrie zijn ze op hun manier door angst van de werkelijkheid vervreemd: Sam is een verstokte stripfanaat with a vengeance ("Ik voel me een vat vol haat, een leeg ding waarin de woede huilt als de wind") en een voorliefde voor Bambi, Otter een teruggetrokken computernerd en Emilie een subcultuurmeid die wachtboodschappen voor grote bedrijven inspreekt, het gothicbestaan afzweert en haar heil zoekt in spiritualiteit en waarzeggerij. Maar vervreemd waarvan? Want hoe werkelijk is de zogenaamde werkelijkheid eigenlijk? Naarmate het boek vordert, wordt het voor de lezer steeds moeilijker om de scheidslijn te trekken. Als Sam zichzelf en zijn ouders in de makeovershow ziet, heeft hij de indruk dat zijn leven "veranderd is in een zeer nauwgezet voorbereide documentaire". En als hij op de tv Batman langs een gebouw omhoog ziet klauteren, blijkt hij naar een nieuwsuitzending te zitten kijken waarin een lid van de Paternal Justice League aandacht vraagt voor de problemen van gescheiden vaders. Sam lijkt als enige door te hebben dat zijn fascinatie voor strips geen vlucht voor, maar net een manier van omgaan met de werkelijkheid is. "Het zijn metaforen", probeert hij zijn huisgenote uit te leggen. "Het zijn manieren om met dreiging om te gaan."
Met Kamermuziek heeft Mennes opnieuw een bedrieglijk eenvoudig boek geschreven waarin voor het eerst licht aan het eind van de tunnel gloort. Sam weet zijn angsten onder controle te krijgen en wandelt het boek zelfs uit aan de arm van Emilies vroegere vriendinnetje Midori. Het zou ons niet verbazen mocht Mennes, die volgens vakgenoot Ramsey Nasr over de uitzonderlijke gave beschikt om overal het lullige van in te zien, hiermee het happy end pasticheren. En o ja, kan jij aan je elleboog likken? [Tom De Keyzer]
Verberg tekst