Handleiding over het werken met jeugdliteratuur, vooral gericht op (toekomstige) docenten in het basisonderwijs. Na een inleiding over de problematiek rondom de ‘ontlezing’ gaan de auteurs in enkele theoretische hoofdstukken in op leesplezier en literaire competentie. Heel inzichtelijk geven zij aan wat de beginsituatie van kinderen in de verschillende groepen van het basisonderwijs is. Expliciet wordt aandacht besteed aan de doorlopende lijn voor werken met boeken in het basisonderwijs. De theoretische uitgangspunten worden in de praktijk omgezet in lessuggesties per groep (waarbij groep 1 en 2, evenals groep 7 en 8 samen genomen zijn). De lessuggesties differentiëren naar onervaren, incidentele en ervaren lezers. Bij de lessuggesties staat leesmotivatie en leesattitude centraal. Leerlingen krijgen stapsgewijs inzicht in boeken en verhaalstructuren, ervaren leesplezier en groeien in verhaalbegrip. De lessuggesties zijn zo geschreven dat men er direct mee aan de slag kan. Daardoor is het niet alleen een boek voor de opleidingen, maar ook goed bruikbaar voor iedereen die met kinderen van ca. 4 t/m 12 jaar werkt zoals medewerkers van kinderopvangcentra en bibliothecarissen. Verberg tekst