Een bundel met gedichten over dieren; ze spelen zelf ook regelmatig de hoofdrol. Het gaat om korte gedichten die steeds een andere vorm hebben en soms rijmen. De teksten bestaan allemaal uit eenlettergrepige woorden. De zinnen bestaan slechts uit een of enkele woorden. Ze zijn daardoor technisch gezien gemakkelijk te lezen. De inhoud is echter wat lastiger en meer gericht op oudere kinderen. Ze bevatten veel beeldspraak en subtiele humor, die beginnende lezers nog zal ontgaan. Door de verschillende kleuren van de achtergrond, de aan het gedicht aangepaste typografie en de vele tekeningen geeft het een mooi verzorgd beeld. De kleurrijke sobere illustraties zijn gemaakt aan de hand van onder meer linoleumsneden. Voor beginnende lezers vanaf ca. 6 jaar en voor kinderen vanaf ca. 8 jaar een bundel met leuke en humoristische gedichten over dieren.

Wie dit leest wordt een beest. Een spel met taal: letters puzzelen zichzelf tot woorden. Woorden hebben een betekenis. Laat één letter weg of voeg er twee toe en je komt meteen in een andere wereld. De lezer wordt uitgenodigd deel te nemen aan dit feest voor de geest! De grappige titel zet je al meteen aan het denken. Dit geldt eigenlijk voor alle teksten of gedichten uit dit boekje. Ze zwengelen de visualisatiekracht van de lezer aan. De meeste gedichten zijn laagdrempelig. Zelfs kleuters voor wie je uit dit bundeltje kan voorlezen, zullen benieuwd worden door het spel van wisselende betekenissen. De auteur gaat als het ware vanuit het kind op ontdekkingstocht en schrijft dingen neer uit en voor zijn wereld. Hier en daar is er een tekst die daar minder in past, die het prettig gestoorde wat loslaat en de serieuzere toer op gaat. Dit wordt ruimschoots goed gemaakt, niet enkel door de speelse lay- out, maar zeker en vooral door de prachtige illustraties van Fleur van der Weel. Zij weet hoe om te gaan met vorm en kleur. Voor dit sprekend beeldend werk gebruikt ze linosneden. Deze techniek, die eigenlijk uit de vrije grafische wereld komt, wint alsmaar aan populariteit onder illustratoren. En gelijk hebben ze. Geen lijn is zo krachtig als de gesneden lijn. Fleur van der Weel speelt met het contrast zwart-wit en rood en, waar nodig, gebruikt ze doffe kleuren die naadloos aansluiten bij het poëtische van de tekst. Een tikkeltje spijtig dat de bruine achtergrondkleur bij de gedichten: ‘de kleur van wol’ en ‘brood met koe’ zó donker is, dat de tekst moeilijk leesbaar wordt. Maar dat kan de pret niet drukken voor gemotiveerde eerste lezers!
Verberg tekst