In 1982 zit de 36-jarige Daniel Ford in de dodencel te wachten op zijn executie. Twaalf jaar geleden zou hij uit jaloezie zijn beste vriend Nathan op beestachtige wijze hebben vermoord, en nu kijkt hij samen met de gevangenispriester terug op zijn leven. Dat speelt zich af in het arme zuiden van de Verenigde Staten, en zo krijgen we in een notendop de geschiedenis van Amerika gedurende die periode, met de rassenproblematiek, de politieke moorden (Martin Luther King en de Kennedy's), de hippiecultuur en de oorlog in Vietnam. Door alles heen loopt de vriendschap tussen Daniel en Nathan, die extra lading krijgt doordat Daniel blank is en Nathan zwart. Goed geschreven roman waarin individuele psychologie en politieke geschiedenis zeer evenwichtig hand in hand gaan; de laatste vijftig pagina's, die Daniels laatste uren vóór zijn executie behelzen, zijn bijna ondraaglijk, en het einde komt enigszins uit de lucht vallen, maar voor de rest is dit een uitstekend en goed vertaald boek (de debuutroman van een Engelse schrijver!). Zeer kleine druk. Verberg tekst