De bijna 50-jarige ambtenaar Richard Eusden is in 2007 op weg naar zijn werk in Londen als plotseling zijn ex-vrouw Gemma Conway opduikt met droevig nieuws. Marty Hewitson, een jeugdvriend van Richard en ook ex-man van Gemma, heeft niet lang meer te leven (hersentumor). Gemma vraagt Richard een laatste gunst: een oud, leren koffertje afkomstig uit Marty’s familie bezorgen bij Marty die zich in Brussel bevindt. Richard gaat akkoord en vertrekt naar Brussel. Het blijkt dan dat ook anderen erg geïnteresseerd zijn in het koffertje. Wat verder volgt is een tocht vol levensgevaar door onder meer België, Duitsland en Denemarken. De inhoud van het koffertje bestaat uit een verzameling brieven van een Deense kapitein aan de grootvader van Marty, die politieman was op het eiland Wight. Ze hebben alles te maken met Anastasia (in 1918 werd de Russische tsarenfamilie door de communisten uitgemoord, enige tijd later dook een vrouw op die beweerde dat zij Anastasia was, dochter van de tsaar en enige die de slachtpartij overleefde). Twintigste misdaadroman van de Britse historicus en auteur (1954). Goedgeschreven, boeiend en met historische elementen. Paperback met normale druk. Verberg tekst