Het is nooit een pretje voor een schrijver, een nieuw boek uitbrengen na een doorslaand succes. Dat is precies de situatie waarin de Oostenrijkse schrijver Robert Seethaler verkeert. In 2014 brak hij internationaal door met zijn vijfde roman, Een heel leven. Daarin blikt de stokoude Andreas Egger terug op zijn leven in een afgelegen bergdorp. Misschien ontroerde het boek zoveel lezers omdat Egger iets deed wat velen van ons zo moeilijk vinden: hij berustte in wat het leven bracht, ook al bleven de tegenslagen hem niet bespaard.
Voor zijn nieuwe boek, Het veld, heeft Seethaler zich niet suf gepiekerd. Een man maakt dagelijks een wandeling op het kerkhof en mijmert over wat de doden zouden vertellen als ze konden terugblikken. 'Natuurlijk zouden ze over het leven praten. Hij dacht dat de mens misschien pas voorgoed kon oordelen over zijn leven als hij zijn sterven achter de rug had.'
En ja hoor… Er volgen 29 hoofdstukken waarin telkens een andere dode van onder z…Lees verder
Het is nooit een pretje voor een schrijver, een nieuw boek uitbrengen na een doorslaand succes. Dat is precies de situatie waarin de Oostenrijkse schrijver Robert Seethaler verkeert. In 2014 brak hij internationaal door met zijn vijfde roman, Een heel leven. Daarin blikt de stokoude Andreas Egger terug op zijn leven in een afgelegen bergdorp. Misschien ontroerde het boek zoveel lezers omdat Egger iets deed wat velen van ons zo moeilijk vinden: hij berustte in wat het leven bracht, ook al bleven de tegenslagen hem niet bespaard.
Voor zijn nieuwe boek, Het veld, heeft Seethaler zich niet suf gepiekerd. Een man maakt dagelijks een wandeling op het kerkhof en mijmert over wat de doden zouden vertellen als ze konden terugblikken. 'Natuurlijk zouden ze over het leven praten. Hij dacht dat de mens misschien pas voorgoed kon oordelen over zijn leven als hij zijn sterven achter de rug had.'
En ja hoor… Er volgen 29 hoofdstukken waarin telkens een andere dode van onder zijn grafzerk aan het woord komt. Stuk voor stuk zijn het doodgewone mensen die een weinig spectaculair leven leidden. Wanneer je hun verhalen samen legt, krijg je een gefragmenteerd beeld van het dorpje Paulstadt, het epicentrum van de middelmatigheid. De opzet doet denken aan de Amerikaanse klassieker Winesburg, Ohio van Sherwood Anderson, waarin de bewoners van een fictief dorpje hun verhaal doen aan de journalist George Willard.
Obstakels
Maar Het veld leest ook als 29 variaties op Andreas Egger. Of op Franz Huchel, de goedgelovige sukkel van de boerenbuiten uit Seethalers oudere roman De Weense sigarenboer. Het leven van Huchel en Egger werd overhoop gehaald door het opkomende nazisme en de Tweede Wereldoorlog. Het veld speelt zich af na de oorlog, en Seethaler verkent dit keer hoe mensen hun leven leiden in minder bewogen tijden.
Niettemin zijn ook de levens in Paulstadt doortrokken van twee rampen: de pastoor stak de kerk in brand en het recreatiecentrum stortte kort na de opening in. Maar gek genoeg denken de doden doorgaans niet terug aan uitzonderlijke gebeurtenissen. Een postbode haalt zich zijn dagelijkse ronde door het dorp voor de geest. Een vrouw denkt aan de lome zondagen met haar geliefde: 'Vrijen, dan naast je liggen, in bed, in het gras, in de sneeuw. Dat was alles'.
Weinig mensen voelden zich echt gelukkig tijdens hun leven. Ze bleven hangen in liefdeloze huwelijken of lieten hun leven bepalen door gemakkelijkheidsoplossingen. Ze kwelden zich levenslang met die ene misstap. En altijd waren er obstakels, opgeworpen door ouders, partners, vrienden of het gebrek daaraan. Een man bleef eeuwig vrijgezel omdat hij zich na de flop van zijn eerste verliefdheid voorgoed in zichzelf terugtrok. Een vrouw die iets wilde maken van haar leven en daarin faalde, wijt alles aan haar man die vol onzekerheden en angsten zat. Haar man vertelt iets helemaal anders: hun enige kind werd doodgeboren en hij haatte zijn vrouw omdat ze zich er zo snel overheen zette.
Klein geluk
Seethaler vertelt het allemaal met veel liefde en mededogen voor de strompelende mens. Hij gebruikt eenvoudige woorden en treffende beschrijvingen. Koude voeten voelen als 'een windstoot over de ijszee die je onverhoeds treft'. Een diep gekwetste man vertelt dat het sinds die ene dag 'niet meer gestopt (is) met regenen'. Nooit wordt het rauw. Ook al lezen we over een vrouw die zich door de gokverslaving van haar man moet prostitueren. Mij stoorde die onschuldige, wat kinderlijke toon wel een beetje tijdens het lezen. Het belette niet dat ik dagen later nog diep ontroerd was door verschillende personages.
Eén verhaal krijg ik niet meer uit mijn hoofd. Een moeder verwondt zich op vakantie aan een roestig stuk metaal. De wonde ontsteekt, maar ze onderschat het probleem. Tijdens de lange terugrit naar huis besef je langzaam dat ze het niet zal halen. Zij niet. Het enige waar ze al die tijd oog voor heeft, is de harmonie binnen het gezin, en het kleine geluk van het nu.
Van alle personages komt zij het dichtst bij de wijsheid die een honderdjarige in het dorp predikt: 'Van het leven weet ik alleen dat het geleefd moet worden. Maar toch heb ik een idee van wat sterven is: het maakt een einde aan de hartstocht en als je rustig blijft, doet het helemaal geen pijn'.
Vertaald door Liesbeth van Nes, De Bezige Bij, 240 blz., 21,99 € (e-boek 9,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Das Feld'.
Verberg tekst