Paris. Nice working family seeking reliable, quiet au pair girl. O, de advertenties die beginnen met 'Paris', dat zijn de beste. Er is geen betere plek om al slenterend, verzonken in gedachten, te verdwalen, langs de Seine, door steegjes, zo nu en dan een glimp van de Eiffeltoren. De stad is een plek waar schrijvers hun personages graag naartoe sturen voor wat van dat alles. Sacha Bronwasser doet dat met Marie, een jonge student die na dramatische verwikkelingen met een docent een uitvlucht zoekt. Die advertentie komt als geroepen.
In 2019 debuteerde Bronwasser (1968) met Niets is gelogen, waarin haar achtergrond als kunstcriticus (ze schreef jaren over kunst voor de Volkskrant) doorschemerde. De roman ging niet alleen over het kunstwereldje, maar Bronwasser toonde met treffende details, overtuigende beeldspraak en geanimeerde beschrijvingen ook aan te beschikken over het observatievermogen van een geoefend kunstkijker: iemand die niet oppervlakkig kijkt, maar bewust registreert en betekenis geeft.
In haar tweede roman Luister is die manier van observeren een thema geworden. 'Er is een verschil tussen kijken en zien', zegt Flo, Maries docent. Flo is een gevierd fotograaf, een imponerende vrouw - het tegenovergestelde van Marie, een mollig meiske dat net haar eenvoudige ouders en hun galerijflat vaarwel heeft gezegd om fotografie te studeren. Flo neemt Marie onder haar vleugels, geeft haar boeken, complimenten, kleren en vooral veel aandacht. Ergens voelt Marie wel dat het niet oké is, die overmatige betrokkenheid van een docent bij een leerling. Maar zonder Flo zou Marie een eenzame, middelmatige student zijn. Dankzij Flo ís ze iemand. Totdat.
Grensoverschrijdend gedrag gaat niet altijd over seks of lichamelijk geweld, laat Bronwasser zien, maar wél altijd over het misbruiken van macht. Dat kan fysieke overmacht zijn, maar ook een verschil in klasse en status, zoals in het geval van Flo en Marie. Vrouw van de wereld tegenover burgermeisje. Wat Flo Marie uiteindelijk aandoet, is op een bepaalde manier hetzelfde als wat een verkrachter doet: toegang forceren tot iets dat privé is, iets intiems van iemand afpakken.
De vraag die slachtoffers dan (te vaak) gesteld wordt: waarom kom je hier nú pas mee? Omdat het haast ondoenlijk is je positie in een situatie te bepalen als je er middenin zit, suggereert Bronwasser in haar roman. Ja, je staat erbij en je kijkt ernaar, maar reflectie is pas mogelijk achteraf, als je de situatie écht overziet. Als je alles van een afstandje kunt bekijken en beschrijven. Pas dan kun je er iets van begrijpen. Kijken is niet hetzelfde als zien; zo zijn we weer terug bij Bronwassers thema.
En bij Marie, die na twintig jaar de scherven bij elkaar schuift en woorden zoekt voor wat haar is overkomen; er één verhaal van probeert te maken. De Flo-affaire, haar tijd in Parijs én de vader van het gezin waar ze als au pair werkte: Philippe Lambert. Ook zijn levensverhaal krijgen we te lezen. Hij is de jongste zoon uit een voorname Parijse familie en tot verdriet van zijn ouders un peu nerveux. Hij 'ziet' naderend onheil: de dood van zijn oma, een brand in een warenhuis, een aanslag. Curieux. Stel je voor dat je dingen van tevoren kunt zien, in plaats van achteraf, lijkt Bronwasser te zeggen. Waar zou dat je brengen? Het stelt je in staat in te grijpen, maar tegen welke prijs? Zijn er dingen die je maar beter níét kunt zien? De 'gave' van Philippe voegt een extra dimensie aan het thema toe.
Wat is er precies gebeurd tussen Marie en Flo? Wat heeft Philippe ermee te maken? En wat brengt Marie ertoe om zoveel jaar later haar verhaal te doen? Door langzaam naar het antwoord op deze vragen toe te werken creëert Bronwasser suspense, ouderwetse dóórleesspanning. Au pair van W.F. Hermans - een roman vol intrige - is niet ver weg.
Tegelijkertijd is Bronwassers stijl juist heel ontspannen. Ze schrijft alsof het makkelijk is, alsof haar verhaal logischerwijs maar op één manier te vertellen is: precies zo. Paradoxaal genoeg krijgt een schrijver zoiets alleen voor elkaar door heel secuur haar woorden te kiezen. Bronwasser schept geen beeld met taal, maar draait het om: ze zoekt de beste woorden bij wat ze voor zich ziet.
Zo komt Parijs tot leven. De grijze daken, de geschiedenis in de klinkers, de pleintjes, de oude bomen, de cafés, de Seine, de taal, de beduimelde romantiek, de benauwde metro, de chique appartementen en typische Parijzenaren (bonjour, kettingrokende carrièrevrouw) - het is Emily in Paris noir. Onweerstaanbaar beschrijft Bronwasser het rijkeluisleventje van de familie Lambert, met een nonchalance die perfect past bij die levens waarin alles vanzelf gaat of geregeld wordt. 'De dagen glijden voorbij in achteloze verspilling en gesprekken zijn niet meer dan het spoor van een hand in het water' - zo moet de vakantie van rijke mensen beschreven worden.
Marie is voor hen slechts de zoveelste au pair. Wie zij is, interesseert hen niet, 'zoals je je ook niet hoeft te interesseren voor de precieze werking van een wasmachine. Ze moeten hun werk doen, liefst zonder veel lawaai, en op tijd.' Ondertussen is Marie de enige die écht ziet hoe het er thuis bij de familie Lambert aan toegaat. Bronwasser verbindt de petite histoire van Marie - inderdaad maar gewoon een au pair, zoals er duizenden in Parijs rondlopen - met een grote gebeurtenis op het wereldtoneel; de gruwelijke aanslag op de Bataclan op 13 november 2015. Had iemand dat kunnen zien aankomen? Een veelzeggende vraag die naadloos aansluit bij waar Bronwasser telkens opnieuw aan refereert: kijken is niet hetzelfde als zien.
Nondeju, is het allemaal niet wat véél? Misschien, maar Bronwasser hanteert een logische vertelconstructie, het ene lijntje vloeit vanzelfsprekend over in het andere. Zeldzaam, een boek dat je 'gewoon lekker' kunt lezen maar waar ook genoeg in zit om over na te denken. Zoals je in Parijs simpelweg je ogen kunt uitkijken, genietend van de schoonheid, maar ook kunt verdwalen, met een hoofd vol indrukken, je afvragend wat je nou allemaal hebt gezien.
★★★★★
Ambo Anthos; 256 pagina's; € 22,99.
Verberg tekst