Details
Besprekingen
Leeswelp
Dertien jaar is Thomas als hij in een draaikolk van avonturen terechtkomt die hem via Vlaanderen en Vlissingen naar Bergen op Zoom voeren. Hij komt in dienst bij een louche koopman die strategische informatie aan de Spanjaarden doorspeelt, hij ontdekt de malversaties, moet vluchten, heeft zijn eerste seksuele ervaring, wordt ontvoerd naar Vlaanderen, komt in een Spaans legerkamp terecht, sluit vriendschap met een soldaat, ontvlucht met hem het kamp, recupereert en passant een goudschat, wil de Schelde oversteken naar Vlissingen, maar valt dan in handen van de Spanjaarden. Opgesloten, beschuldigd van hekserij, tot de brandstapel veroordeeld, op het laatste nippertje gered en uiteindelijk toch in Vlissingen geraakt. Maar hij moet verder, naar Bergen op Zoom om de stad te waarschuwen voor dreigend onheil en daardoor voorkomt hij een aanslag op het leven van prins Maurits. Dit alles binnen het tijdsbestek van een jaar. Steeds duikt in de loop van het verhaal de man in de zwarte mantel op, Don Rodrigues, de tweelingbroer van zijn moeder en dus zijn Spaanse oom.
Je zult het maar meemaken, als 14-jarige al zo'n turbulent leven achter de rug hebben. Het is dan ook niet te verwonderen dat Thomas zich aan het eind van het verhaal afvraagt wie hij is en hoe het nu verder moet. De auteur stelt zoveel zaken aan de orde dat de lezer erin verstrikt dreigt te raken. Toch zal die zich ongetwijfeld laten meeslepen door de beeldende verteltrant. Naast de nietsverhullende zwarte kanten van het tijdvak staat de beschrijving van de hechte vriendschap die tussen Thomas en Federico ontstaat. Thomas blijft overeind als een geloofwaardig personage zonder overdreven heldenstatuur. En dan heb ik het nog niet gehad over de wonderlijke relatie van Thomas met een wolf. [Herman Kakebeeke]
NBD Biblion
Pluizer
1587. In de Nederlanden woedt de Tachtigjarige Oorlog. De Spanjaarden proberen het Noorden te heroveren. Met de steun van de Engelsen kan prins Maurits standhouden. Thomas Maraan, een wees, groeit op bij de schoolmeester in Amsterdam. Hij wordt koopmansknecht bij sieur Bitter. Voor zijn baas tekent hij stadskaarten na. Zo ontdekt hij dat de rijke koopman een spion is van de Spanjaarden. Thomas ontvlucht Amsterdam en bereikt de Zuidelijke Nederlanden. Hij is een tijd soldaat in het Spaanse leger, later gevangene. Dankzij vriend Federico en zijn wolfshond komt hij vrij. Ze vinden ook een goudschat. Uiteindelijk verneemt Thomas wie zijn vader (een geus) was en zijn moeder (de zus van een Spaanse officier). Een uitgesponnen historisch verhaal over de wrede godsdienstoorlog met veel details over het soldatenleven. De feiten spelen zich af tussen Amsterdam en Duinkerken. Het verhaal wordt onderbroken door uitweidingen over geuzen en heksen, met op de achtergrond het debacle van de Armada.