Mooi omslag! Laten we daar eens mee beginnen: een elektriciteitsmast, het silhouet van een vrouw en een kind, het land, de zee, of de einder... Allemaal elementen die zijn terug te vinden in Oogst, de tweede roman van Sien Volders; van de pyloon, die in de plot een rol gaat spelen, tot aan die hoopvolle horizon en de tomaatrode hemel die weinig heel zal laten van die hoop. Net als in haar goed ontvangen debuutroman Noord zoekt Volders het decor van haar verhaal ver buiten de (Vlaamse) deur. Het ijzige Canada uit haar debuut verruilde ze voor Sicilië, waar de Roemeense Alina gaat werken in de snikhete kassen van de tomatenindustrie.
Zij en haar tienjarige zoontje reizen per bus van het oosten van Europa tot aan het zuidelijkste puntje. Meteen al bij aankomst is Alina een illusie armer: geen wit gekalkt arbeidershuisje voor haar en Lucian, zelfs geen kamer, en ook niet ieder een eigen matras, maar een krakkemikkig schuurtje op een van afval vergeven erf. Dat wil zeggen: d…Lees verder
Mooi omslag! Laten we daar eens mee beginnen: een elektriciteitsmast, het silhouet van een vrouw en een kind, het land, de zee, of de einder... Allemaal elementen die zijn terug te vinden in Oogst, de tweede roman van Sien Volders; van de pyloon, die in de plot een rol gaat spelen, tot aan die hoopvolle horizon en de tomaatrode hemel die weinig heel zal laten van die hoop. Net als in haar goed ontvangen debuutroman Noord zoekt Volders het decor van haar verhaal ver buiten de (Vlaamse) deur. Het ijzige Canada uit haar debuut verruilde ze voor Sicilië, waar de Roemeense Alina gaat werken in de snikhete kassen van de tomatenindustrie.
Zij en haar tienjarige zoontje reizen per bus van het oosten van Europa tot aan het zuidelijkste puntje. Meteen al bij aankomst is Alina een illusie armer: geen wit gekalkt arbeidershuisje voor haar en Lucian, zelfs geen kamer, en ook niet ieder een eigen matras, maar een krakkemikkig schuurtje op een van afval vergeven erf. Dat wil zeggen: de helft ervan, de andere helft van het hok wordt bewoond door haar neef en zijn vrouw die ook in de kassen werken. Deze Dumitriu heeft Alina naar Sicilië gelokt, zonder te vertellen welke ellende haar te wachten staat. Niet alleen omdat hij, zoals vrijwel iedere arbeidsmigrant, het nieuwe leven rooskleuriger voorstelt dan het is, maar ook uit eigenbelang.
Vooralsnog verwijt Alina het zichzelf: "Elk beeld, elke betekenis had ze zelf verzonnen (...) en zij had het overgebrieft naar haar jongen. De zaden geplant, de droombeelden laten woekeren. Er was het werk en de plek, de belofte van het geld." Haar droom maakt plaats voor een werkelijkheid waarin een vrouw zich al gelukkig mag prijzen als ze niet verkracht wordt door haar baas.
Maar Alina is er de vrouw niet naar om bij de pakken neer te zitten. De droom zelf mag aan duigen liggen, haar vermogen licht te zoeken in de duisternis én te vinden houdt haar op de been. 'Een erf hou je proper, een bloementuin is essentieel, een huis hou je netjes en je nagels altijd schoon', leerde ze van haar moeder, en dus gaat ze ín en om het schuurtje aan de slag. Ze graaft zelfs een bloemenborder die ze vult met plantjes uit het wild en een op de markt gekochte roos. Een prachtig beeld, vooral ook omdat ze eerder heeft uitgelegd hoe in Roemenië met het openen van de grenzen de arbeidskrachten wegspoelden en 'per kerende stroom' de supermarktketens kwamen. Met als gevolg dat de moestuinen in het dorp verwaarloosd raakten, op die van Alina's moeder na. De ontwrichting van een samenleving en het verzet daartegen aan de hand van een simpel beeld: de bloeiende groentetuin van Alina's moeder en het zaadje dat ze daarmee zaaide in haar dochters hoofd.
moreel besef
Zoon Lucian sluit vriendschap met twee jongens: de een is zoon van Tunesische arbeidsmigranten, de ander zoon van een tomatenkweker die wél getuigt van enig moreel besef. Hij bleef trouw aan zijn Tunesische arbeidskrachten. Het waren de Tunesiërs die ooit het werk overnamen van de Sicilianen. Op hun beurt werden zij vervangen door Roemeense mannen, en nu zijn het Roemeense vrouwen en de 'Afrikanen uit de bootjes' die zich laten uitbuiten in de kassen. In deze wereld is altijd wel iemand te vinden die het voor (nog) minder doet en met een nog armzaliger kot genoegen neemt.
De roos gaat bloeien en ook voor het afval vindt Alina een oplossing. Maar of zij ook bestand is tegen het drama dat zich sluimerend aan het voltrekken is, moet u zelf maar ontdekken. En wellicht dat u, net als ik, na lezing van deze onsentimentele, strak gecomponeerde roman, nog eens drie keer nadenkt voor u zo'n spotgoedkoop blikje gepelde tomaten in uw supermarktkarretje mikt.
Hollands Diep; 244 blz. € 22,99.
Verberg tekst