Details
176 p. : ill.
Besprekingen
Leeswelp
De opzet van Simone Kramers nieuwe bundel hervertellingen van Griekse mythologische verhalen is origineel en veelbelovend. Door verhalen samen te brengen die namen verklaren waarmee we vandaag nog steeds de hemelverschijnselen benoemen, zal Kramer vast en zeker de interesse van heel wat hedendaagse lezers voor de oude verhaalstof kunnen opwekken. Daarbij is het zo dat met de naamgeving van hemelverschijnselen als bindend element, gekende en minder gekende verhalen uit tradities van verschillende oorsprong onder een titel kunnen worden samengebracht. Zo is de mythe over het haar van Berenice geworteld in de historische realiteit van de hofhouding van de Ptolemaeën en afkomstig uit een veel jongere traditie dan de verhalen over helden als Hercules en Perseus. Behalve het feit dat ze in relatie tot hemelverschijnselen staan, houden veel van de mythen dus weinig of geen verband met elkaar. Dit kan als storend worden ervaren door het feit dat Kramer geen transparante indeling heeft gemaakt. De 34 hoofdstukken corresponderen immers niet met een bepaalde figuur of sterrenbeeld. Bepaalde, langere, mythen worden over verschillende hoofdstukken heen verteld, terwijl andere zijn afgerond in een hoofdstuk. De enige opdeling is de driedeling 'sterren en sterrenbeelden', 'zon en maan' en 'planeten'. Jammer genoeg is die enkel in de index vooraan in het boek terug te vinden en wordt ze niet herhaald in het boek. Naast de index, doen ook de kaft en het voorwoord verwachten dat het informatieve aspect, naast het narratieve, centraal zal staan. In het voorwoord vermeldt Kramer immers enerzijds de kracht van de verhalen en anderzijds geeft ze informatie over o.a. de functie van sterrenbeelden en hun classificatie. Daarbij aansluitend verklaart ze bovendien ook haar terechte keuze om de Griekse mythologische figuren bij hun Latijnse naam te noemen. "Je kunt tenslotte moeilijk spreken van de planeten Aphrodite (Venus) en Zeus (Jupiter)."
Na deze inleiding verdwijnt het informatieve aspect echter volledig op de achtergrond, tot op de laatste pagina's waarin verschillende verklarende lijsten zijn opgenomen. Bij de lectuur van de mythen zelf moet de lezer geregeld een lijst achteraan het boek raadplegen, wil hij of zij weten welk(e) sterrenbeeld(en) verband houden met de verhaalde mythe. De relatie met het overkoepelende en bindende thema van het boek ligt dus niet altijd voor de hand en wordt vaak niet geëxpliciteerd. Zo wil een lezer die geïnteresseerd is in het verband tussen het verhaal en de naamgeving van de hemellichamen, vast weten dat de planeet Venus de naam van de liefdesgodin heeft gekregen omwille van haar helderheid en dat de planeet die vernoemd is naar Mercurius, de boodschapper van de goden, de snelste is, terwijl de planeet Mars de naam van de oorlogsgod heeft gekregen omdat ze (bloed)rood gekleurd is. Behalve de titel 'planeten' in de index, is er bij de opgenomen mythen over de goden dus niets dat hun relatie tot de verschillende planeten verklaart.
Kramer houdt duidelijk van de narratieve kracht van de Griekse mythen en het is er haar dan ook in de eerste plaats om te doen de verhalen te doen herleven voor jongeren vanaf tien jaar. Daarbij is het zo dat Kramer niet verrast door een originele interpretatie van de mythen, een uitgewerkte karaktertekening of virtuoze beschrijvingen. Wel kiest ze consequent voor vlot leesbare vertellingen, waarbij ze gebruikmaakt van veel levendige dialogen en een eigentijdse taal hanteert. Bovendien vermijdt of verzacht ze systematisch schokkende en bevreemdende passages, en wordt de lezer snel over de meest tragische elementen heen geleid. De felle en heldere kleuren die de illustratrice Els van Egeraat gebruikt, versterken de luchtige en vrolijke toon van de vertellingen en maken het geheel mee tot een mooi, leuk en toegankelijk boek. [Sylvie Geerts]
NBD Biblion
Pluizer
Dit zijn een dertigtal verhalen uit de Griekse mythologie over sterrenbeelden en planeten. Sommige zijn bekend: de grote jager Orion, de ram met de gouden vacht, Europa en de stier, Leda en de zwaan, de avonturen van Perseus en Hercules. Andere zijn minder bekend, bijvoorbeeld het lot van Icarius. Sterren werden in de oudheid gebruikt als kalender en kompas. Om ze gemakkelijker te kunnen herkennen gaven de mensen ze namen van mythologische personages. Van de 48 toen bekende sterrenbeelden behandelt Simone Kramer er 27. Bovendien vertelt ze sagen over de zon, de maan en de planeten. Omdat wij de planeten vernoemen naar Romeinse goden, koos de schrijfster ervoor ook de andere figuren hun Latijnse benaming te geven. Enkele verhalen kwamen al voor in ‘De tocht van de Argonauten’ en ‘De strijd van de Titanen’. Net als in haar vorige boeken zijn ook hier de lay-out en de waterverfschetsen aantrekkelijk. Een paar foutjes: Thyreense (i.p.v. Tyrrheense), Messinië (i.p.v. Messenië).