In twaalf versjes zijn er onder andere vissen die hun neus achterna zwemmen, vissen die van mensenvoetenschilfertjes houden en vissen met verdriet. De versjes van scenarist en kinderboekenauteur Tamara Bos (bekend van ‘Het paard van Sinterklaas’ en ‘Kapsalon Romy’) zijn toegankelijk; ze gaan soms over heel serieuze onderwerpen en zijn dan weer luchtig. Bos maakt goed gebruik van herhaling, tegenstellingen, opsommingen en rijm. En ze schuwt wat onbekendere woorden niet, zoals wonderwel en exquis. Alleen het ritme is niet bij alle versjes even sterk. De ik-figuur in de versjes geeft soms grappig commentaar (‘ik vind ze maar goor’). De lezer wordt af en toe ook aangesproken. Dat begint al bij de titel en eindigt bij het laatste versje (‘je bent een heuse held’). Lezers worden uitgedaagd om alle duizend vissen in het boek te tellen. En die vissen van illustrator Barbara de Wolf, die stelen de show. De eerste spread knalt er direct uit: boordevol met rode vissen in allerlei soorten en maten. Mooi hoe De Wolf in haar knappe collages met kleur en beeldritme werkt, zoals op de pagina vol grijsblauwe en grijsgroene vissen als de kabbelende golven van de zee. Prentenboek met versjes en een uitdagende telopdracht. Vanaf ca. 4 t/m 7 jaar. Verberg tekst

Dit boek geeft je al direct kriebels in de  buik wanneer je het vastneemt. Je ziet op de cover een aantal in papier uitgeknipte vissen tussen wat lichte kwallen zwemmen. De vormen, kleuren en formaten verschillen en geven het geheel iets heel speels. Als subtitel lees je: Tel maar mee. Wauw, gaan in dit boek echt 1000 vissen rondzwemmen? En moet ik die allemaal gaan tellen?

Op de eerste tekening word ik overspoeld door rode creaties. De stijl van de cover doorgetrokken in collagestijl. Het rijmpje erbij verklapt dat er 105 wezentjes te tellen vallen. Op de volgende pagina krioelen er lichtblauwe vissen. Ook een meeuw overschouwt het geheel. Het rijm gaat hier over hem: Mart de meeuw, die houdt van gefrituurd eten. Geen getal in het rijm te bespeuren. Zal ik me wagen aan een telling? Gelukkig las ik op voorhand de achterflap die vermeldde dat er altijd wel ergens een cijfer in de tekening verstopt zit en zo verklapt hoeveel vissen er op de tekening staan. En ja hoor, gevonden!

Zo word ik op elke pagina meegenomen in een feest van tekeningen en een zoektocht om u tegen te zeggen. De cijfers zijn echt wel goed verstopt. Je wordt met elke pagina vrolijker en vrolijker. Ik kreeg zelf zin om te gaan knippen en plakken. Al zouden mijn collages nooit zo fantasierijk, gedetailleerd en humoristisch kunnen zijn als deze creaties. De humor vind je terug in de tekeningen én in de rijmen. En als surplus zit telkens ook nog een boodschap in het rijm. Als rode draad: iedereen is anders en even bijzonder.

Ik heb van dit boek genoten. En zijn er 1000 vissen te tellen? Tel jij zelf maar mee! Spijtig genoeg is dat ook wel een minpuntje van het boek. De doelgroep kan toch niet tellen tot 1000? Maar het tellen en zoeken maakt dit boek wel interessant voor de kleine spruit waar je het voor voorleest én voor jezelf. Want elke voorlezer zal uitgedaagd worden en evenveel plezier beleven in het tellen én het bewonderen van de prenten!

Verberg tekst