Wanneer Lotte de parel inslikt die haar vader in een brood heeft verstopt nadat hij hem van een heks heeft gestolen, blijkt dat zij niet meer groeit, maar juist krimpt. Jaren later, Lotte is inmiddels geslonken tot minuscule proporties, besluit ze de heks op te zoeken om de betovering ongedaan te maken. Dat lukt, met hulp van haar vrienden rat, ooievaar, dwergkonijn, eend en een groepje wespen. Lief, maar wat zoetig sprookjesachtig verhaal, ook in de uitvoering: de prenten in zacht potlood en aquarel zijn overwegend zacht van kleur. De stijl is verwant aan die van bijvoorbeeld Helen Oxenbury en Anton Pieck. Hier en daar is het perspectief van de platen heel bijzonder omdat Lotte zo klein is. Aardig is dat het initiatiefrijke meisje, ondanks haar geringe afmetingen, niet bij de pakken neer gaat zitten, maar de confrontatie met de (overigens eveneens snoezige) heks aangaat. Een fijn prentenboek voor kleuters vanaf ca. 4 jaar, die zich de boodschap, ' kwaad straft zichzelf' ter harte kunnen nemen. Verberg tekst