De reus van Teus

De reus van Teus
Besprekingen
Zoeperspin
Het prentenboek springt in het oog door de felle kleuren en de aparte tekenstijl. Ook door het gebruik van tekstballonnetjes doet het denken aan tekenstrips. Hoewel er veel actie aan te pas komt, komen de figuren eerder statisch en vlak over. Er is een gemis aan dieptedimensie. De kleurencombinaties van fel rood en blauwe tinten komen frequent voor: ze onderstrepen de actie maar hebben eveneens een vermoeiend effect.
Het verhaal wordt in een eenvoudige ietwat simpele taal verteld, waarbij de actie centraal staat,…Lees verder
De reus van Teus
Teus loopt op een koude winteravond langs het park naar huis. Hij ziet iets bewegen maar weet niet goed wat het is. Het lijkt wel een heel groot been. En een voet. Dan ziet hij nog zo’n been ... Teus staat oog in oog met een reus! Hij gelooft zijn ogen niet maar hij is niet bang: reuzen bestaan immers niet! Maar als de reus naar Teus toebuigt en Teus zijn snor en mond vol scheve tanden ziet, zet hij het op een rennen ... Thuis gelooft niemand wat hij zag. Zijn broer en zus lachen hem uit. Enkel papa zegt dat hij vroeger ook eens een reus heeft gezien. Maar hij ontkracht meteen zijn verhaal door te zeggen dat het toch niet waar kon zijn. En dat Teus niks meer over reuzen moet zeggen, want dat geen mens hem zou geloven. De volgende dag gaat Teus al erg vroeg naar het park, op zoek naar zijn reus. Hij geeft hem zijn sjaal en wanten, want de reus rilt van de kou. Teus roept de hulp in van zijn vader, die zegt dat hij niks kan doen omdat mensen niet willen dat de reus bestaat en hem daa…Lees verder