De Romeinse jongen Nurdius Maximus (13, ik-persoon) gaat met zijn ouders naar Griekenland. Zijn leraar Andros heeft hem verteld over grote Griekse helden, zoals Hercules en Odysseus. In zijn dagboek doet hij verslag van zijn belevenissen. Zal hij in de voetsporen kunnen treden van deze grote helden? In dit grappige verhaal over een jongen die graag een held wil worden, krijg je op een originele manier inzicht in de avonturen van Odysseus en Hercules. Het is in de ik-vorm geschreven, waardoor je alles beleeft door de ogen van de hoofdpersoon. Het bevat eenvoudige taal en vele stripachtige illustraties, waardoor het ook geschikt is voor kinderen die niet echt van lezen houden. Door de humoristische stijl en spanningsopbouw, leest het vlot door en ben je benieuwd naar het verloop van het verhaal. De auteur schreef al eerder dagboeken, zoals 'Avonturen van een superloser'. Zevende, zelfstandig te lezen deel, na 'Het dagboek van Nurdius Maximus in Belgica'*. Voorin een grappige getekende landkaart van Zuid-Europa en getekende portretten van de hoofdpersonen. Achter in het boek staat een woordenlijst met belangrijke begrippen. Geschikt voor lezers die interesse hebben in de oudheid en mythologie, maar humor voert de boventoon. Vanaf ca. 10 jaar.