Hercules heeft twee vrienden: een leuk vriendelijk meisje en een stille gemoedelijke jongen. Maar hij snakt naar meer. Hij doet alle moeite om super populair te zijn, hij wil veel vrienden hebben en alle aandacht naar zich toetrekken. Hij wil de coolste jongen van de school zijn, doch al zijn pogingen draaien op een sisser uit. Hij wordt daarom des te meer gepest door de stoerste kerel van de school. Zijn mama heeft een nieuwe vriend, voor Hercules zijn pluspapa. Hij is lief en behulpzaam maar voor Hercules niet super cool.

Hij vraagt zich af wie zijn echte papa is, tot plots aan de schoolpoort zijn biologische vader verschijnt: een imposante, bruingebrande, gespierde man. Hij heeft jaren in Griekenland gewoond en Hercules vraagt zich af of hij de echte Zeus is met goddelijke krachten. Vanaf dan komt er een heuse ommekeer: zijn echte vader is super cool, blinkt uit in talenten en krijgt alles gedaan. Hercules wint aan populariteit bij zijn klasgenoten.

Hoe dit avontuur afloopt lees je in dit razend humoristisch verhaal. Het is knap geschreven met korte teksten, goede inleving in de personages en ondanks het grappige avontuur heeft het ook een diepere betekenis. Alom een prachtig verhaal, doorspekt met humor, een prima lay-out, eenvoudig en grappig verteld, volop versierd met geestige miniatuurillustraties tussen de teksten door.