Engeland, 1932: de 38-jarige Violet verloor haar broer en verloofde in de Eerste Wereldoorlog en is sindsdien alleen. Mannen zijn schaars (700.000 Britse soldaten sneuvelden) dus een nieuwe relatie is niet zo waarschijnlijk. Violet werkt als typiste op kantoor en woont nog thuis. Dan neemt ze de voor die tijd grote stap om in Winchester op kamers in een pension te gaan wonen. Alleen is ze nog steeds, maar wel onafhankelijk, en als ze zich aansluit bij een (werkelijk bestaande) borduurvereniging waar ze knielkussentjes in historische patronen voor de Winchester kathedraal maken, verandert haar leven. Ze leert mensen kennen, vrienden maken en wordt verliefd. Goed geschreven en gedocumenteerde historische vrouwenroman over de jaren dertig waarin vrouwen, gedwongen alleen vaak, voor zelfstandigheid kiezen. En verder een verhaal over liefde, vriendschap, borduren, het wisselluiden van kerkklokken, lesbische relaties, ongehuwd zwanger zijn, en nog veel meer. Een warm bad om te lezen, en al heb je niks met borduren, je raakt geïnteresseerd! Achterin een literatuurlijst en verantwoording. De auteur (1962) schreef eerder onder meer ‘Meisje met de parel’. Verberg tekst