Andere formaten
Toegankelijke formaten:
Rood
×

Rood
Andere formaten:
Toegankelijke formaten:
Andere talen:
Besprekingen
De Duitse succesauteur Uwe Timm maakte indruk met zijn boeken over de Tweede Wereldoorlog. In Mijn broer bijvoorbeeld (De Leeswolf 2004, p. 463) onderzocht hij hoe een jonge man ertoe komt fanatiek in oorlog te geloven. In De ontdekking van de curryworst schetste hij de moeilijke omstandigheden voor de gewone man en vrouw in het Duitsland uit die periode (De Leeswolf 2005, p. 472). In Rood keert hij terug naar de periode die meteen op de Tweede Wereldoorlog volgde.
Thomas Linde is jazzcriticus, maar kan daar niet van leven. Zijn brood verdient hij met het houden van grafredes. Als hij op een dag gevraagd wordt om de lijkrede van zijn oude vriend Aschenbecher te verzorgen en in functie daarvan onderzoek doet in diens woning, vindt hij een pakje springstof. Al snel wordt duidelijk dat Aschenbecher de Siegessäule in Berlijn wilde opblazen. Dat nooit uitgevoerde anarchistische plan maakt bij Linde heel wat herinneringen los, want ooit was hij een net zo geëngageerd communist als z…Lees verder
Thomas Linde is jazzcriticus, maar kan daar niet van leven. Zijn brood verdient hij met het houden van grafredes. Als hij op een dag gevraagd wordt om de lijkrede van zijn oude vriend Aschenbecher te verzorgen en in functie daarvan onderzoek doet in diens woning, vindt hij een pakje springstof. Al snel wordt duidelijk dat Aschenbecher de Siegessäule in Berlijn wilde opblazen. Dat nooit uitgevoerde anarchistische plan maakt bij Linde heel wat herinneringen los, want ooit was hij een net zo geëngageerd communist als z…Lees verder
Copyright (c) Vlabin-VBC
Uwe Timm, zelf van 1940, heeft zijn hoofdpersoon een paar jaar jonger gemaakt zodat hij mei ’68 in Parijs en de Duitse protestbeweging kon laten meemaken. Op het laatst verdient de gewezen filosofiestudent zijn brood met het houden van grafredes. Door een vroegere medestrijder wordt hij testamentair aangewezen om diens grafrede te houden. Maar voortijdig komt hij zelf bij een verkeersongeluk om. Zwevend ziet hij zichzelf liggen en zijn leven overziend houdt hij zijn eigen grafrede: hoe illusies plaats maakten voor halve en hele wijsheden (achteraf). De revolutie van weleer is nu een studie van de kleur rood geworden. De terugblik wordt omlijst door een relatie met een twintig jaar jongere vriendin. Van de jaren ’60 zegt hij dat het ‘een onvriendelijke, vervelende tijd’ was. De meer recente is vriendelijker maar tevens waziger en modieuzer. En dat geldt ook voor de dikke, ambitieuze roman, een mengsel van nostalgie, bittere ontnuchtering, een beetje satire, maar ook oudemannengeneuzel…Lees verder