Nina, Adrien en Etienne leren elkaar als elf- en twaalfjarigen in 1986 kennen op de lagere school van het Franse Provinciestadje La Comelle. Ze raken met elkaar bevriend en worden onafscheidelijk. Hetgeen de titel verklaart ‘Trois’ (Drie) van de Franse schrijfster Valérie Perrin (1967). Verteller van het verhaal is Virginie, journaliste, die het drietal vroeger op school heeft gekend en thans is teruggekomen om verslag uit te brengen over een voertuig, verdwenen in 1994 en teruggevonden in een lokaal meer, met in de kofferbak een lijk. Het verhaal wisselt voortdurend tussen 1986 en 2017. Nina runt in La Comelle een dierenasiel, Adrien is schrijver en Etienne politieman. Maar wat is er van hun vriendschap geworden? Het ‘softe’ eerste deel van de roman gaat al snel over naar het relaas van psychologische kwetsuren, mysteries en geheimen bij het drietal. En wat met het verhaal van de teruggevonden wagen? Alles wordt naar het einde toe duidelijk, de periode van dertig jaar wordt door de auteur vakkundig overbrugd tot grote verwondering van de lezer. Een plot dat klaarstaat voor verfilming.