Merel en Beer vinden op het strand van Texel een ziek, jong zeehondje. Gelukkig vangen de mensen van het zeehondencentrum Ecomare haar op. Daar kan zij weer beter worden. Op een ochtend is het beestje verdwenen. Merel en Beer besluiten uit te zoeken wie daar achter zit. Ze maken een lijst met verdachte personen en gaan op pad. Via de avonturen van Merel en Beer komt de lezer veel te weten over zeehonden. Het boek toont dat mensen verschillend tegen zeehonden aankijken en geeft een beeld van de wijze waarop de zieke dieren worden geholpen om gezond en zelfstandig te kunnen leven. Het boek is opgewekt en soms grappig, de avonturen zijn spannend. Helaas is de toon soms wat opgeschroefd en zijn de personen een tikje te extreem om geloofwaardig te zijn. De leeftijd van de kinderen, nog geen 9 jaar, is niet in overeenstemming met hun handelen. Het is echter een leuk, niet te moeilijk leesbaar verhaal. De zwart-wittekeningen zijn vlot en sluiten goed aan bij het verhaal. Zelfstandig te lezen vervolg op 'De dierenpolitie'*. Vanaf ca. 9 jaar. Verberg tekst