In de 'Spot en Muis'-reeks weet Wally de Doncker op een originele manier in te gaan op wat hem en zijn gezin bezighoudt: nl. door zijn hond en kat erover te laten praten. Het begint ergens is het derde boek in de reeks, na Een touwtje naar de maan (2005) en Praten met je staart (2008). Ook hier geven de hond Spot en de poes Muis ons een inkijk in het huiselijk leventje van auteur Wally, zijn vrouw en twee dochters. Zoals we al uit de voorgaande boeken weten, zijn de onderwerpen waarover deze intelligente hond en poes ons berichten niet bepaald oppervlakkig. Het begint ergens gaat over de gevolgen van de opwarming van de aarde, waar ook het gezin zelf mee werd geconfronteerd, toen een vreselijke storm over hun huis en tuin raasde en een spoor van vernieling achterliet. Spot en Poes voelen allebei dat er slecht weer op komst is. Baasje en Vrouwtje begrijpen hun vreemde gedrag echter niet en reageren fout op hun signalen. Uiteindelijk zorgt de zware storm niet alleen voor heel wat stoffelijke schade; ook een van de andere huisdieren van het gezin overleeft de ramp niet. Het verhaal leest vlot, en kan gesmaakt worden op verschillende niveaus en door verschillende leeftijdsgroepen. Het feit dat er een hond en kat aan het woord zijn, spreekt jonge kinderen aan, maar de thematiek is, zoals gezegd, niet oppervlakkig of vrijblijvend. Naast Spot en Muis komen ook Baasje, Vrouwtje en vooral de dochters Kaat en Hady aan het woord. Na de storm bemoeien ook allerlei dorpsbewoners zich bovendien met de verwoestingen bij "de schrijver". Hun opmerkingen zijn niet altijd mals.
De dood van een ander huisdier en de enorme stormschade zetten Spot en Muis aan het denken, en achteraan staan een heleboel filosofische vragen naar aanleiding van zinnen uit het boek. Dat kan gaan over verdriet, maar ook over vragen als: zijn dieren slimmer dan mensen, en kan je bomen missen? Aan de hand van deze vragen kunnen ouders of leerkrachten gesprekjes aangaan met kinderen. Veerle Derave zorgde andermaal voor de mooie zwart-witillustraties in collagestijl. [Karin Van Camp]

Gebaseerd op een zware storm en ravage in zijn eigen tuin laat de auteur het verhaal vertellen door zijn hond Spot en zijn poes Muis, waarbij ze het hebben over de opwarming van de aarde. Ze voelen naderend onheil eerder dan de mensen, ook de meeuwen schreeuwen dat de polen smelten en insecten spreken over klimaatverandering. Een geit is dodelijk getroffen door een boom. Baasje is de schrijver zelf. Het verhaal zet aan tot filosoferen met kinderen. In het nawoord voor volwassenen is naast namen van websites, een inleiding over filosofie en vragen als: ergens begint iets; alle waarom heeft zijn daarom; ben je blij met jezelf; ijdelheid; jaloers zijn en wraak. De dieren behouden hun eigen geaardheid en kunnen met elkaar praten, maar de mensen begrijpen hun taal niet. Dit is het derde deel over deze huisdieren*. Geïllustreerd met originele zwart-wit-grijze, zwartomlijnde tekeningen, die als sjablonen zijn geknipt. Duidelijke bladspiegel en korte zinnen. Zeer geschikt om met behulp van ouderen een gesprek te beginnen over hoe men naar zichzelf en de wereld kijkt. Vanaf ca. 8 jaar.