Volwassenen kunnen gemakkelijk een avondje filosoferen over de zin van het bestaan of de oorsprong van het heelal, maar voor kinderen ligt dat al wat moeilijker. Vaak doen ze ons met de mond vol tanden staan als ze weer eens een 'vervelende' of moeilijk te beantwoorden vraag hebben gesteld. Filosoferen met kinderen is een dankbaar, maar aartsmoeilijk onderwerp. In Praten met je staart biedt Wally De Doncker dankbaar materiaal om het met de kinderen over de dingen des levens te hebben. De Doncker is trouwens geen leek in het filosoferen met kinderen: ook zijn vorige boeken werden al geprezen precies omdat ze kinderen op een goede manier inleiden in de wereld van de filosofie.

Net als in de andere boeken uit de 'Spot en Muis'-reeks staan zijn eigen huisdieren weer volop in het daglicht. De hond Spot en de poes Muis proberen in de gunst te komen van hun baas, die weer eens een verhaal aan het schrijven is. Wanneer hij niet genoeg aandacht aan hen kan schenken, beginnen ze maar met elkaar te spelen. Dan horen ze het luide gemekker van de geiten: de zwarte geit krijgt lammetjes. Muis is er niet goed van, en ze beginnen te praten over het leven: "Dat is het leven. Wie leeft komt uit zijn moeder". En verder: "Als je leeft, ben je niet dood [...]. Wat is dood zijn?" Na een hoofdstukje over een dansende ezel en een bijna prikkende bij, snellen ze de geitjes te hulp. De avontuurlijke zoektocht naar een verdwenen geitje brengt hen langs een verliefd koppel kippen en een haft, die het helemaal niet erg vindt dat hij maar een dag te leven heeft. Als ze een egel melk zien drinken aan de uier van de koe, beginnen ze weer te discussiëren. "Waar komt de melk vandaan, denk je? [...] Uit de fabriek." Waarop de koe natuurlijk verbolgen reageert. Uiteindelijk horen ze Vlekje om hulp roepen. Het arme geitje wordt in het bos aangevallen door kraaien. Spot en Muis zijn zelf eigenlijk ook bang, maar slagen er toch in Vlekje te redden en veilig weer bij mama te brengen.

De korte, eenvoudig geschreven en grappige hoofdstukjes zijn fraai geïllustreerd door zwart-wittekeningen van Veerle Derave. De woordenschat is aangepast aan jonge lezertjes en het verhaal nodigt uit om verder te lezen en vooral verder te denken over ogenschijnlijk eenvoudige zaken. Handig voor ouders of begeleiders zijn ook de filosofische vragen die achteraan gegeven worden. Aan de hand van een paar thema's uit in het boek worden tips en extra vraagjes gegeven om daadwerkelijk te gaan filosoferen met de kinderen. [Kris Mattheeuws]

Spot de hond en Muis de kat komen dieren tegen die allemaal iets hebben, iets zijn of iets kunnen. De geit moet baren, de haft moet omhoog vliegen zodat ze haar eitjes kan laten vallen, de ezel leert zingen en dansen en de kraaien willen het kleine geitje verorberen. Alle dieren en hun gebeurtenissen zijn terug te voeren op de filosofische vraag van leven en dood. Ben je dood als je pijn voelt? Is het erg om te sterven als je maar een dag geleefd hebt (de haft: eendagsvlieg)? Het verhaal wordt verteld in poëtisch Nederlands, in korte zinnen die zelden regeloverstijgend zijn. De korte handleiding achter in het boek geeft opvoeder of leerkracht richtvragen om samen met de kinderen te filosoferen met/over dit boek. De eenvoudige, maar prachtige prenten zijn veelal knip- en plakwerk in zwart en grijstinten. Met simpele wascolijnen lukt het de illustratrice om veel gevoel, humor en eigenheid aan de dieren mee te geven. Auteur en illustratrice hebben diverse (filosofeer)titels op hun naam staan*, waarvan sommige uitgegroeid zijn tot theatervoorstelling of dansfilm. Stevige, handzame uitgave die, ook al is het verhaal soms iets te gezocht en te toevallig, levensvragen oproept om over na te denken en om over in gesprek te gaan met anderen, zowel thuis als op school. Vanaf ca. 7,5 jaar.