Bundel met twintig korte stukken van de schrijver (1921-1995), negentien verhalen en een tekst voor een kort toneelstuk, alle geschreven tussen 1946 en 1991, waarin het eigenzinnige, verrassende en buitengewoon virtuoze talent van Hermans in allerlei facetten tot zijn recht komt. Het zijn stukken waarin soms ook interessante autobiografische details opduiken: 'ik ben alleen geschikt om gelukkig te zijn in grote steden, in de herfst en tegen de avond'. De werkomstandigheden en de sfeer van de universiteitsstad Groningen, zijn werk en zijn leven in Amsterdam, Parijs en Canada zijn hier omstandig beschreven onderwerpen. Ook zijn opvattingen over het schrijverschap worden breed uiteengezet. De beperkingen van het Nederlands als taal voor auteurs en het land als woonplaats voor talentvollen komen origineel aan de orde. Kortom een bron van rijke informatie en een etaleren van een schrijverschap dat bewondering afdwingt. Gebonden; kleine druk.