Meisje de Geit heeft sproeten, twee stijve oranje vlechten en is heel erg sterk. Ze kan zelfs een paard optillen. Als ze op school komt, noemt iedereen haar Pippi. Meisje de Geit leert dat Pippi een meisje uit een boek is. Ze gaat over haar lezen en ziet de overeenkomsten. Ze wordt er heel verdrietig en boos van, want ze dacht dat ze uniek was. Gelukkig vinden haar juf, oma en ouders dat ook, want ieder kind is anders. In de laatste prent komt dat extra mooi tot uitdrukking met een regenboogboom waar een grote diversiteit van kinderen in hangt, inclusief een rolstoel en een roze stoel die de grote zwarte laarzen van Meisje de Geit draagt. De waterverfillustraties zijn met zwierige penseel en contourloos geschilderd. Meisje de Geit springt extra in het oog door de zwarte contourlijnen en haar fluorescerende oranje vlechten. Uit haar houding spreekt haar emotie. Weer een schitterend prentenboek van de tweemaal met het Gouden Penseel bekroonde prentenboekenmaker Yvonne Jagtenberg, om met elkaar te praten over ieders eigenheid. Vanaf ca. 4 jaar. Verberg tekst