Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Op een avond hoort een jongetje een zacht gefluister. Het is zijn overleden zusje, die hem uitnodigt voor een fietstocht. Ze passeren haar graf en het ziekenhuis waar ze lag, maken een boottochtje en eten marsepein. De volgende dag is zus verdwenen.
Vijftig verhalen voor het slapengaan, die je klaarstomen voor morgen. Want wie jij morgen wordt, daar ben je vandaag al aan begonnen. En dat grote dromen klein beginnen, dat weten ook de dappere meisjes in dit boek. Soms door sneller te sprinten dan de pestkop van hun kleine broer, door hun klasgenootjes een lastige vraag te durven stellen of door een fascinatie voor kleurrijke jukeboxen of handig
Vijftig verhalen voor het slapengaan, die je klaarstomen voor morgen. Want wie jij morgen wordt, daar ben je vandaag al aan begonnen. En dat grote dromen klein beginnen, dat weten ook de dappere meisjes in dit boek. Soms door sneller te sprinten dan de pestkop van hun kleine broer, door hun klasgenootjes een lastige vraag te durven stellen of door een fascinatie voor kleurrijke jukeboxen of handige salopettes. Een sprookjesachtige inkijk in de jeugd van onder anderen nieuwsanker Fatma Taspinar, bierbrouwer Rosa Merckx, sprinter Kim Gevaert, sopraan Astrid Stockman, fotograaf Lieve Blancquaert, rector Caroline Pauwels en F-16-piloot Anne-Marie Jansen.
Vijftig verhalen voor het slapengaan, die je klaarstomen voor morgen. Want wie jij morgen wordt, daar ben je vandaag al aan begonnen. En dat grote dromen klein beginnen, dat weten ook de dappere meisjes in dit boek. Soms door sneller te sprinten dan de pestkop van hun kleine broer, door hun klasgenootjes een lastige vraag te durven stellen of door een fascinatie voor kleurrijke jukeboxen of handig
Vijftig verhalen voor het slapengaan, die je klaarstomen voor morgen. Want wie jij morgen wordt, daar ben je vandaag al aan begonnen. En dat grote dromen klein beginnen, dat weten ook de dappere meisjes in dit boek. Soms door sneller te sprinten dan de pestkop van hun kleine broer, door hun klasgenootjes een lastige vraag te durven stellen of door een fascinatie voor kleurrijke jukeboxen of handige salopettes. Een sprookjesachtige inkijk in de jeugd van onder anderen nieuwsanker Fatma Taspinar, bierbrouwer Rosa Merckx, sprinter Kim Gevaert, sopraan Astrid Stockman, fotograaf Lieve Blancquaert, rector Caroline Pauwels en F-16-piloot Anne-Marie Jansen.