Er is geen maan en het is aardedonker in het woud. Hier en daar klinkt de roep van een uil, vleermuizen fladderen voorbij, maar een gewone sterveling kan geen hand voor ogen zien." Met deze onheilspellende sfeertekening begint het verhaal dat zijn oorsprong vindt in de middeleeuwen, en via een volksboek en modernere hervertellingen tot in de 21e eeuw is geraakt.

Er is iets goed mis tussen Karel (de Grote) en zijn vazallen, de broers Heem en Madelgijs. Karel heeft hun neef gedood en daarmee de familie-eer aangetast en het is vanzelfsprekend dat zoiets gewroken moet worden. Het huwelijk van Karels zuster Aye met Heem zal blijken een schijnoplossing te zijn. De vier zonen die uit dit huwelijk geboren worden zullen straks min of meer optreden als werktuig van wraak, daarin vooral gestuurd door hun oom Madelgijs. Als hulpmiddel in die strijd heeft hij een uitzonderlijk machtig paard gefokt waarmee zijn neef Reinout en diens broers zich een status van onoverwinneljikheid verwerven. Intussen smeult de vete voort om een fataal dieptepunt te bereiken bij de kroning van Karels zoon Lodewijk tot koning van Frankrijk. Deze troonopvolger behandelt zijn neven op een hondse manier. Door een weddenschap met zijn hoofd tot inzet roept hij het onvermijdelijke over zich af. De diep gekrenkte Reinout neemt waar hij recht op heeft: het hoofd van Lodewijk. De broers en het Ros Beiaard vluchten en beginnen hun omzwervingen, bieden vreemde vorsten hun diensten aan en zijn onoverwinnelijk. Madelgijs speelt, zoals hij steeds gedaan heeft, een dubbele rol. Op cruciale momenten komt hij zijn neven te hulp met zijn listen en magie maar hij is ook de kwade genius die als hij de kans krijgt het vuur van de vete aanwakkert. Intussen heeft Reinout zijn Clarisse gevonden en het jonge paar vestigt zich op de onneembare burcht Montalbaan. Terwijl de vier broers, mooi beschreven in hun karakterverschillen, de ene heldendaad na het andere bravourestukje uitvoeren en als ze al eens een poging doen met Karel in het reine te komen die prompt zich mislukken, zijn het Aye en Clarisse die naar een oplossing zoeken. Uiteindelijk is het Aye die haar broer Karel zover krijgt dat hij een plan aanvaardt dat beide partijen in staat stelt zonder gezichtsverlies de vete te beëindigen. Een dramatisch hoofdstuk beschrijft hoe Beiaard, met molenstenen verzwaard, in de Seine wordt verdronken. Voor Reinout heeft het leven geen zin meer, hij verlaat vrouw en kind en zal een tragische dood vinden.

Een verhaal met tal van uiteenlopende personages, met avonturen, heldenmoed, listen en lagen. De lezer krijgt de gelegenheid zich tijdens de loop van de gebeurtenissen een mening te vormen over de zin of onzin van eerwraak en hij kan zijn opvatting toetsen aan die van Aye en Clarisse. Een boek dat je, eenmaal begonnen met lezen, niet gauw zult neerleggen. Daar zorgt de boeiende en afwisselende verteltrant van de schrijfster wel voor. [Herman Kakebeeke] Hide text

Het staat niet in het boek vermeld, maar dit is een bundeling van de aanvankelijk apart verschenen titels 'Het ros Beyaart' en 'Reinout van Montalbaan'*. Deze twee boeken die tot de serie 'sprookverhalen' behoren, werden eerder met een ander omslag door Fontein uitgegeven. Alleen de illustraties zijn vervangen en uitgebreid door sfeervolle tekeningen die het boek wel verrijken. Het dubbele verhaal over de vier Heemskinderen is redelijk omvangrijk geworden, maar het blijft een zeer leesbaar, in korte hoofstukken verdeeld, spannend verhaal dat een goed beeld geeft van het leven in de middeleeuwen inclusief de koppen die rijkelijk rollen. In deel een worden de belevenissen van Reinout beschreven. Het ros Beiaart speelt hierbij een belangrijke rol. In deel twee is koning Karel uit op wraak. Het taalgebruik is deels eigentijds en zelfs grof te noemen (kontlikker, oprotten, klotepaard) en deels ouderwets en dus onbegrijpelijk (roemer, verduld, vermetel). Een woordenlijst en een landkaart ontbreken nog steeds, ze zouden de informatieve waarde versterken. De rol van de vrouw als bemiddelaar en ook het aspect van tovenarij worden mooi belicht. Vanaf ca. 10 jaar. Hide text

Ca 750 na C. Kasteel Pierlepont in de Ardennen. Heem krijgt bezoek van zijn broer-tovenaar Madelgijs. Samen zinnen ze op wraak. Want Koning Karel heeft neef Huigen gedood. Karel wil het goedmaken: hij schenkt zijn zus Aye met een ruime bruidsschat aan Heem. Aye en Heem krijgen vier zonen: Ritsaart, Writsaart, Adelaart en Reinout. Op een dag brengt Madelgijs een woest paard naar Pierlepont. Alleen Reinout kan het ontembaar ros berijden. Oom Madelgijs schenkt het hem. De vier Heemskinderen worden uitgenodigd door koning Karel. In Parijs maken ze ruzie met de hooghartige Lodewijk. Reinout doodt de zoon van de koning. De vier broers vluchten naar Spanje. Wanneer de Moor Saforet hen niet vergoedt voor hun diensten, wordt de vorst door Reinout gedood. Op hun tocht door de Dordogne komen de broers bij koning Ywein terecht. Reinout wordt verliefd op de koningsdochter Clarisse. Hij huwt met haar. Met zijn broers bouwt hij de burcht Montalbaan. Koning Karel blijft zijn neven achtervolgen. Door de listen van Madelgijs kunnen ze ontkomen. Door bemiddeling van Aye komt er vrede na vele jaren strijd. Maar Karel eist Beiaard op. Het onoverwinnelijk ros wordt met molenstenen in de Seine verdronken. Reinout is ontroostbaar. Voor dit lijvig historisch verhaal zocht Agave Kruijssen inspiratie in ‘De historie van de vier Heemskinderen’. Ooit was het een volksboek. Vandaar de verschillende versies en de ongunstige voorstelling van Koning Karel en zijn zoon Lodewijk. Vlotte navertelling.

Hide text