Rond 1600 doet het bloemstilleven zijn intrede in de schilderkunst van de Nederlanden. Deze catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in het Mauritshuis legt de focus op dit genre aan de hand van zes goed onderbouwde essays, geschreven door negen specialisten. Na het voorwoord handelt een eerste essay over hoe tegen bloemstillevens werd aangekeken. Een tweede bijdrage focust op de vrouwen die als bloemenschilder succesvol waren. Vervolgens blijkt dat dit genre succes kende door de grote belangstelling voor planten door de grote aanvoer uit de koloniale gebieden. Dat deze stillevens niet zomaar ‘decoratieve niemandalletjes’ waren, leert het vierde essay, waarin de boeketten zelf het onderwerp vormen van een diepgaander onderzoek. Daarna volgt een bijdrage over het afbeelden van insecten op deze schilderijen. Tot slot bespreken vier auteurs de voorstellingen en composities van de boeketten. Verder een noten- en literatuurlijst en een voorstelling met kleine foto en beknopte beschrijving van de tentoongestelde werken. Geen index. Rijk geïllustreerd met kleurenafbeeldingen van verschillende grootte. Mooi verzorgde uitgave. Hide text