Arnon Grunbergs zedenschets van de internetgeneratie is als een grappige tekenfilm.
Als we het over de kenbaarheid van de werkelijkheid hebben, komen we altijd snel uit bij de grotallegorie van Plato. Die komt erop neer dat wij slechts een schaduw kennen van de werkelijkheid. De wereld om ons heen is niet meer dan een slechte kopie van de 'echte' wereld, die zich in een volmaakte wiskundige ordening buiten de grot, in het licht heeft gevormd en die wij niet kunnen waarnemen.
InHet bestand, alweer de dertiende roman van Arnon Grunberg, staat de niet-waarneembaarheid van die 'echte', volmaakte wereld zoals Plato die beschreef centraal. Computernerd Lillian heeft een hekel aan haar lichaam en gaat op in wat Grunberg de betere wereld noemt: internet. In die wereld heeft Lillian wel vrienden (een anarchistische actiegroep) maar geen waarneembaar lichaam. Lillians 'ware leven' speelt zich in de virtuele wereld af.
Na lange jaren van isolement als internetverslaafde op haar meisjeskamer solliciteert ze bij het bedrijf B Clever. Ze wordt 'geroepen' om het bedr…Read more
Als we het over de kenbaarheid van de werkelijkheid hebben, komen we altijd snel uit bij de grotallegorie van Plato. Die komt erop neer dat wij slechts een schaduw kennen van de werkelijkheid. De wereld om ons heen is niet meer dan een slechte kopie van de 'echte' wereld, die zich in een volmaakte wiskundige ordening buiten de grot, in het licht heeft gevormd en die wij niet kunnen waarnemen.
InHet bestand, alweer de dertiende roman van Arnon Grunberg, staat de niet-waarneembaarheid van die 'echte', volmaakte wereld zoals Plato die beschreef centraal. Computernerd Lillian heeft een hekel aan haar lichaam en gaat op in wat Grunberg de betere wereld noemt: internet. In die wereld heeft Lillian wel vrienden (een anarchistische actiegroep) maar geen waarneembaar lichaam. Lillians 'ware leven' speelt zich in de virtuele wereld af.
Na lange jaren van isolement als internetverslaafde op haar meisjeskamer solliciteert ze bij het bedrijf B Clever. Ze wordt 'geroepen' om het bedrijf, een pionier op het gebied van internetbeveiliging, als receptioniste te dienen. Daar ontmoet ze twee mannen, Seb en Axel, de een nog gekker dan de ander, die interesse in haar hebben. Maar Lillian wil alleen raw food-adept en cyberterrorist Banri Watanuki, die ze dagelijks via het internet spreekt en die haar denken en handelen bepaalt.
Lillian hoopt op een toekomst waarin het lichaam niet meer nodig is, en alle zintuigelijkheid is afgeschaft. Zelf wil ze ook niet aangeraakt worden, letterlijk 'allergisch voor mensen' als ze is. Hoe dat komt? Ze is als jong meisje gedwongen om internetseks te hebben met een pedofiel, die zich tegen een boom te pletter rijdt zodra zijn gedrag bekend wordt gemaakt.
Tekenfilm
Dat ik hier een plotwending opschrijf die sommige lezers liever zelf zouden hebben ontdekt, is niet per ongeluk. Grunberg is sterk in allegorische personages; zijn Lillian is niet zozeer een mens, als wel een vehikel waarmee de schrijver interessante maatschappelijke fenomenen aan kan kaarten. In dit geval: pedofilie, internetverslaving, cyberseks, zelfmutilatie, dierenactivisme, veganisme cyberaanvallen, achtervolgingswaan en sektevorming. Voor de psychologische kant van Lillians ontwikkeling - hoe zij het tragische meisje is geworden dat ze is - tekent Grunberg niet. Zij is op de ene pagina 'normaal' en een paar pagina's verder een psychisch wrak, dat voortdurend in gevecht is met de 'rat' van de pijn en alleen rustig wordt van hoofdrekenen. Op het internet is ze een 'oosterse prinses' of een 'wraakengel' die nergens voor terugdeinst. Het drama van de pedofiel heeft door het ontbreken van een psychologisch kader geen emotionele impact op de lezer en dit vooraf te weten zal zijn leesplezier dus ook niet vergallen.
Grunberg lezen is als kijken naar de Amerikaanse tekenfilmserie Family guy. Beide zijn geestig en gevat en trappen op de staart van de tijdgeest. Plot en psychologie zijn ondergeschikt, of raken zoek in absurdistische wendingen. En zoals de tekenfilmserie vaak moraalloosheid en gebrek aan fijnzinnigheid verweten is, kun je ook Grunberg verwijten weinig verfijnd te werk te gaan. Hij schrijft in paradoxen. Tegenover 'geluk' staat 'pijn', tegenover de 'virtuele' wereld de 'werkelijke', tegenover deze 'aangetaste, verloren' wereld de 'betere' wereld. Zeker aan het einde van het boek, als Axel ook nog eens tot een exclusieve christelijke sekte blijkt te behoren, krijgt de opeenstapeling van ziektes waaraan de samenleving volgens Grunberg lijdt, iets lachwekkends. Is dat erg? Nee, want intussen is er genoeg te genieten van rake zinnetjes en grappige ironische wendingen, en ook zonder een aansprekend plot is de roman geraffineerd gecomponeerd. De oneliners waarvan Grunbergs boeken altijd ritselen werken soms op de zenuwen, maar vaak, zelfs als ze nergens op slaan, ook op de lachspieren.
Een paar boeken geleden leek het er even op dat Grunberg zich zou wagen aan een dieper gevoeld engagement met de wereld. Zou hij zijn ironie afschudden? Het bestand is toch weer meer een klucht dan een klacht. Ook goed.
ARNON GRUNBERG
Het bestand.
Nijgh & Van Ditmar, 172 blz., 18,50 euro (e-boek 11,99 euro).
De auteur: een van de belangrijkste en meest bekroonde Nederlandse schrijvers van zijn generatie. Schrijft ook columns.
Het boek: een vermakelijke zedenschets van de internetgeneratie.
ONS OORDEEL: een literaire variant van Family guy: gevat en scherp, maar weinig fijnzinnig of diepgravend.
Maria Vlaar ■
Hide text