In 1998 vond in Leuven een grote tentoonstelling plaats over Dirk Bouts, een 'Vlaamse Primitief' afkomstig uit Haarlem die zich, allicht na een oponthoud in het Brusselse atelier van Rogier van der Weyden, definitief in Leuven vestigde. Hij huwde met Catharina van der Brugghen, en kreeg vier kinderen, waarvan er twee ook als schilder actief waren. Tijdens de voorbereiding van de tentoonstelling bleek dat, ondanks de lijvige catalogus, het onderzoek naar het leven en werk van Dirk Bouts nog vele lacunes bevat. Vooral over de jonge jaren van de kunstenaar, over zijn verhuis naar de Zuidelijke Nederlanden en zijn vestiging in Leuven waren er nog veel vragen. Het was dan ook een hele uitdaging voor professor Catheline Périer-d'Ieteren om na die tentoonstelling een boek te schrijven over Dirk Bouts, maar ook zij heeft jammer genoeg de lacunes niet kunnen dichten. Het tweede hoofdstuk draagt dan ook de veelzeggende titel 'Het raadsel van de Haarlemse school'.

Door het gebrek aan informatie over de eerste jaren, focust deze auteur volledig op de Leuvense periode. De officiële opdrachten krijgen de meeste aandacht. Daarnaast zijn er stukken gewijd aan portretten, iconografie, artistieke inspiratiebronnen, techniek en atelier. Het geheel wordt besloten met een uitvoerige catalogus van alle eigenhandige werken, atelierwerken en problematische toeschrijvingen.

Door zijn heldere aanpak is deze publicatie de meest omvattende in zijn soort. Het is een mooi overzichtswerk waarin de creaties van Dirk Bouts helder en overzichtelijk zijn weergegeven. Bovendien is de bibliografie uitvoerig en up-to-date. Deze uitgave is bijgevolg niet alleen een mooi kunst- of koffietafelboek, maar ook een belangrijk vertrekpunt voor elke wetenschapper die zich in het oeuvre van Dirk Bouts wil specialiseren. Al wat in het verleden fragmentarisch is behandeld, is in deze publicatie immers vanuit een toegankelijk perspectief samengebracht. [Brigitte Dekeyzer] Hide text