Als je nog niet weet wat je later wilt worden, is dit het juiste boek om er achter te komen. Op humoristische wijze komen 35 beroepen in dichtvorm voorbij: onder andere timmerman, dirigent, prinses, moeder en astronaut. Op de langwerpige rechterpagina staat in versvorm, in rake woorden, de inhoud van het beroep beschreven. Er is een grote letter gebruikt. De gedichten staan vol woordgrapjes en hebben een bijna steeds kloppend metrum en geen vast rijmschema. De hele linkerpagina is gevuld met een prachtige collageachtige prent in krijt en verf. Vers en prent vormen een geheel en geven een totaalbeeld van de (mogelijke) invulling van een beroep, bekeken vanuit de werkelijkheid, maar ook vanuit de fantasie van het jonge kind. Boek met vele gebruiksmogelijkheden: voorlezen, zelf lezen, muziek luisteren, meezingen en kijken naar de prachtige prenten; zowel thuis, als op school als bij de kinderopvang. Deze (inhoudelijk ongewijzigde her)uitgave is om te koesteren en om heel vaak te gebruiken; must voor ieder kind dat opgroeit en de grotemensenwereld wil leren kennen. Vanaf ca. 4 jaar. Hide text

Ik weet wat ik worden wil' is het 99e boek van het schrijversduo Van Os en Van Lieshout, zo melden zijzelf op hun website. Een aantal van de 35 gedichtjes in dit boek verscheen in 2003 al in 'Ik word later psychiater'. Vijfendertig verschillende beroepen worden voorgesteld in rijmende verzen met een metrisch ritme, die zich vlot lenen tot expressief voorlezen. Dat de beroepen vanuit het oogpunt van een kind bekeken worden, verleent een ontwapenende charme aan de meeste verzen. De apparaten van de uitvinder maken vooral veel herrie; met de vrachtwagenchauffeur reist een beer als metgezel mee in het slaapcompartiment; de dokter grijpt soms naar een kusje als remedie; de kok maakt “paarse pudding à la pies”; de postbode wil alleen lieve brieven bezorgen… Hier en daar duikt een leuke woordspeling op: de voet van de profvoetballer “doet geen bal”, de kok “kookt van woede”, “vooruit met de geit” zegt de boer als hij het schaap geschoren heeft en naar zijn land vertrekt… Geregeld word je ook vergast op een grappige pointe. Maar elders dooft het gedichtje ook wel eens uit met een flauwe dooddoener (“ik wou dat ik al juffrouw was”). Vlaamse kindjes struikelen wellicht een paar keer over een Hollands woord als “taai- taai” en “pinnen”. Mies Van Hout zorgde voor een mooie, paginagrote illustratie naast elk gedicht, met nog wat uitlopertjes op de tekstbladzijde. Soms bieden de prenten een grappig extraatje, zoals de cowboyhoed-aan-het- spit voor de tipi van de indiaan, of het schattige koppeltje werktuigen in het echtelijk bed van de klusjesvrouw en haar k(l) usjesman. Het leukst, in woord en prent, is het vers over de minister-president die optreedt als raadsman van de koning… een koning in een kinderstoeltje met een papieren kroon op het hoofd, die zich erover laat informeren… waar hij het zout kan vinden. Een andere topper is de goochelaar die nooit boodschappen hoeft te doen: hij haalt alles gewoon uit zijn hoge hoed. Bij het boek hoort een cd waarop twaalf versjes op muziek gezet en gezongen worden door de auteurs zelf, in samenwerking met JBMusic. De hoge declameerbaarheidsfactor wordt zo extra in de verf gezet. Een voorleesboek dat er mag zijn. Leuk om cadeau te geven. Heel geschikt ook om thuis en in de kleuterklas op door te bomen.
Hide text

Kleuters kunnen de wildste fantasiën hebben over wat ze later willen worden. In deze bundel staan 35 versjes over beroepen van kapper over indiaan, prinses, astronaut tot - waarom niet - minister-president. Op de bijhorende cd zijn twaalf ervan op muziek gezet. De wijsjes zijn meezingers zonder enige muzikale pretentie. De illustraties zijn kleurrijk en aantrekkelijk. Van deze bundel zal dankbaar gebruikt gemaakt worden in de kleuterschool.