Piep, een muizenkleuter die met haar ouders in de grote stad woont, is dikke vrienden met meneer Mauw, een oude kater die bij haar in de straat woont. Ondanks verschil in leeftijd en vitaliteit steunen ze elkaar in alles, uitgaande van de fantasie van Piep, waarbij Mauw met veel respect in haar leefwereld meegaat. Zo wordt bijvoorbeeld de rollator een koets voor prinsesje Piep en wordt een opgebroken straat een strand. De tien voorleesverhalen in dit boek volgen de vier seizoenen, beginnend en eindigend in de lente, en gaan over alledaagse dingen als bloembakken begieten, boodschappen doen en buiten spelen. In het laatste verhaal deelt Mauw tijdens het buurtfeest het door hem geschreven boek 'Piep mag Mauw zeggen' uit aan iedereen in de straat, tot verrassing van Piep. Elk verhaal sluit af met 'Dag Piep, dag Mauw. We zien elkaar gauw!' De bijzondere, soms surrealistisch aandoende illustraties laten veel visuele grapjes zien, vaak verpakt in reclame-uitingen, die vooral door volwassenen zullen worden (h)erkend en gewaardeerd. Dat alle dieren als mensen op twee benen/poten lopen, doet soms vervreemdend aan. Vanaf ca. 4 jaar. Hide text

Piep, een muizenkleuter, zit al in de tweede kleuterklas. Met papa Z'Noet en mama Snuit woont ze in de stad. Al snel geraakt ze bevriend met Mauw, een oudere Poezenheer die bij haar in de buurt woont. Samen beleven ze heel wat avonturen ondanks het grote leeftijdsverschil. Ze gaan samen naar de winkel, eten ijsjes, geven de planten water, ... Tien korte verhaaltjes passeren de revue en brengen de bijzondere vriendschap tussen een muizenkleuter en een poezenmijnheer tot leven. De verhaaltjes geven een vrolijke indruk, de illustraties zetten deze vrolijke wereld om in kleurrijke beelden. Jongere kinderen kunnen de verhaallijnen niet altijd volgen. Ze worden daarbij ook niet echt geholpen door de illustraties. Die zijn wel mooi maar maken een eerder surrealistische indruk. Dit werkt de vervreemding nog in de hand.