Deze ongewone roman maakt deel uit van de 'Iris-trilogie', die vorig jaar aanving met 'Droom niet meer'*. Ditmaal is het hoofdpersonage de kapper Karel De Wit, de laatste man die Iris, een vermoorde callgirl, heeft gezien. Net als Suzanne 'de wc-madam' in het eerste boek, gaat Karel op zoek naar de moordenaar. De auteur hanteert opnieuw een vlotte stijl, waarin het clichématige wordt afgewisseld met spitse en originele dialogen en overwegingen. Op knappe wijze schetst de auteur het nachtelijke homoleven vanuit het standpunt van een aarzelende en schuwe novice, die alterneert tussen passie en walging. Het verhaal van Karel wordt onderbroken door de visie van 'de kale man', de mogelijke moordenaar van Iris en 'begeleider' van Karel. Aan het eind komt de joviale Suzanne nog even om het hoekje kijken. De Leeuw is met dit geslaagde tweede deel aardig op weg naar een originele trilogie, waarin het cliché wordt verheven tot een raadselachtig gegeven, de dagelijkse realiteit overvloeit in een nachtmerriewereld en herkenbare personages worden geconfronteerd met hun verborgen lusten en angsten. Vrij kleine druk. Hide text