Opgroeien doet pijn, daar zijn al ontelbare onvergetelijke romans over geschreven. Met GoethesWilhelm Meister als pionier. Alexandra De Vos
Het is weinigen gegeven om in hun eentje de cultuur van een continent te beïnvloeden, en dat te blijven doen - zelfs eeuwen na verscheiden. Daar moet je Shakespeare voor heten, of Napoleon, of - om die beroemde tijdgenoot van de kleine keizer te noemen - Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832).
Goethe stond in zijn jonge jaren aan de wieg van de romantiek. Daarin legde hij een tragische boreling: Werther, de geëxalteerde jongeman die zich vanwege een onbeantwoorde liefde een kogel door het hoofd jaagt. We kennen hem allemaal, hetzij van de originele roman ( Het lijden van de jonge Werther, 1774), hetzij van de copycats waarvan de populaire cultuur is doordrongen. Goethe had zelf gauw genoeg van dat gezwelg in emotie, en terwijl half Europa zich als Werther kleedde en lyrische natuurgedichten à la Goethe schreef, stortte de man zich in andere avonturen. Hij ontwikkelde een eigen kleurenleer, schreef metFaust het beroemdste Duitse drama aller tijden en inspireerde talloze schrijvers en filosofen met zijn aforismen en zijn kamerbrede persoonlijkheid.
Een echte man
De mensheid verheffen, de menselijke ziel doorgronden, schoonheid en kennis verspreiden in een geest van broederschap en openheid: dat en niets minder wilde Goethe. Het is geen wonder dat Napoleon - ook zo'n Europese geest met brandende ambities - een fan was. Tijdens een persoonlijke ontmoeting met het Duitse genie zou de veldheer gezegd hebben: ' Voilà un homme!'. Oftewel: ziedaar, een échte man.
En een échte man worden, daarover gaat het in een ander literair genre dat Goethe boven de doopvont hield: dat van de bildungs- of ontwikkelingsroman. Daarin volgen we de ontwikkeling van een jongen (of meisje) tot volwassen man (of vrouw), met alles wat daarbij komt kijken aan moeilijkheden en vreugdes. We kennen de ingrediënten al uit volksvertellingen: een archetypische naïeve jongeling - vaak het nakomertje van het gezin - wordt door penibele omstandigheden gedwongen de wijde wereld in te trekken en daar zijn geluk te zoeken. Na een reeks beproevingen en botsingen met autoriteiten en ander slecht volk valt hem wijsheid en een meisje ten deel, misschien zelfs een heuse prinses. En uiteraard wordt hij ingehaald als volwaardig lid van de samenleving. Eind goed, al goed.
Zo geschiedt het ook in Goethes fameuzeWilhelm Meisters leerjaren (1795). De melkmuil van dienst is het burgerzoontje Wilhelm Meister, door zijn vader voorbestemd om diens handelszaak voort te zetten. De geloofsbelijdenis van een handelaar is simpel, weet Wilhelm: 'Zaken doen, geld verdienen, plezier maken met de jouwen en je om de rest van de wereld alleen maar bekommeren voor zover die je tot nut kan zijn.' Terwijl Wilhelm in vuur en vlam staat voor het goede en het schone, en een even vaag als onontkoombaar verlangen heeft: zichzelf als mens ontwikkelen. Het toneel lijkt hem daarvoor het geschikte middel, en algauw muist hij er tijdens een zakenreis van onder om zich aan te sluiten bij een rondtrekkend acteursgezelschap. Watervallen van taf, kartonnen rozenstruiken, de gezwollen ego's van zijn collega's: hij overleeft het allemaal zolang hij maar verliefd is op een of andere actrice, zolang hij gelukkig is met zijn eigen karamellenverzen.
Happy Hamlet
Maar dan breekt zijn verloofde zijn hart en ontdekt Wilhelm Shakespeare: onvermoede diepten strekken zich uit voor zijn verdwaasde ogen. De kracht en tederheid van de Engelse bard, diens inzicht in de menselijke natuur ('het is alsof hij alle raadsels voor ons oplost, zonder dat we kunnen zeggen: hier of daar staat het verlossende woord'), diens Hamlet en Ophelia: het zijn voor Wilhelm 'de opengeslagen, ontzagwekkende boeken van het Lot'. Als Wilhelm Hamlet wil spelen en de regisseur het publiek liever een happy end geeft dan een dode held ('Wie betaalt, kan eisen stellen') beseft Wilhelm dat het tijd is om zich ergens anders te gaan ontwikkelen.
Mysterieuze raadgevers die hij op zijn zwerftochten ontmoet, leiden Wilhelm naar het kasteel van de edelman Lothario. Met deze intelligente man en zijn al even wijze vrienden en vriendinnen voert Wilhelm voor het eerst in zijn leven échte, verheffende gesprekken. Hij vindt er zijn toekomstige bruid en leert dat passie voor het schone in evenwicht moet zijn met aandacht voor het nuttige en voor de medemens. Hoe hij zijn verdere bestaan zal invullen blijft onduidelijk, maar dat het over 'eeuwig zoeken en niet vinden' zal gaan, staat vast. 'Maar', voegt Goethe eraan toe, 'het is een prachtig, goedmoedig zoeken.'
Intellectuele grabbelton
Dat kalme vertrouwen en rotsvaste optimisme straalt je uit de heleWilhelm Meister tegemoet. Het is de lijm die een bonte verzameling van literaire vormen en ideeën bij elkaar houdt. Romantische gedichten, ironische overpeinzingen, een essay over Hamlet - het is aan te bevelen om met gedegen kennis van Shakespeare aan de start te komen - en een reeks beroemde aforismen, je vindt het allemaal in Goethes intellectuele grabbelton.
De beschouwingen over de volksverheffende kracht van toneel klinken nog altijd modern. 'Het is een verkeerde toegeeflijkheid om bij de massa gevoelens te wekken die ze hebben willen en niet die ze hebben moeten' of 'Een groot publiek verdient het gerespecteerd te worden, niet te worden behandeld als kinderen van wie je het geld wilt afpakken': daar kunnen de mediabazen van vandaag nog altijd van leren.
Goed, er is het wat kinderlijke verhaal met té veel onwaarschijnlijkheden en de rommelige structuur, maarWilhelm Meister gaat niet alleen over de wonderjaren van een melkmuil. We zijn hier getuige van de wonderjaren van een romangenre, en bij uitbreiding van een gedachtegoed dat het nog twee eeuwen zou volhouden. Op naar het licht, naar de ontwikkelde mens met verstand en hart op de juiste plaats. InWilhelm Meister is het een work in progress, en dat is het vandaag nog altijd.
JOHANN WOLFGANG (von) GOETHE
Wilhelm Meisters leerjaren.
Vertaald door Ria van Hengel, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 702 blz., 44,95 ? (e-boek 13,99 ?). Oorspronkelijke titel: 'Wilhelm Meisters Lehrjahre'.
De auteur: Duitslands beroemdste schrijver (1749-1832), de geestelijke vader van Werther en Faust.
Het boek: de groeipijnen van Wilhelm Meister.
ONS OORDEEL: een bonte verzameling van literaire vormen en ideeën.
¨¨¨¨è
Alexandra De Vos ■
Hide text