In een dorpje in het hart van Engeland raakt op oudejaarsavond een meisje vermist. Rebecca heet ze, en haar ouders, stadsmensen die even verpozing zochten op het platteland, zijn ten einde raad. Helikopters speuren met zoeklichten de heuvels af, duikers dompelen zich onder in de rivieren en reservoirs, de lokale bevolking vormt een menselijke ketting op de heide en bloedhonden schieten het struikgewas in, maar ze schrikken enkel de vossenpopulatie op. Rebecca, die door een paar jongeren laatst werd gezien in een witte hoody, wordt niet gevonden. Het dorp maakt zich zorgen, maar het wordt lente: de schapen moeten naar verse grasvelden worden geherderd, nieuwe gewassen ontspruiten aan de grond en in de kerk wordt eerst Pasen en later in de zomer het Oogstfeest gevierd.
Rebecca wordt niet vergeten – niet het minst door haar gebroken ouders – maar de tijd is ongenadig. Jaar na jaar vervaagt de herinnering; heette ze nu Becky, Bex of Rebecca? Een opzichter vindt nog e…Read more
In een dorpje in het hart van Engeland raakt op oudejaarsavond een meisje vermist. Rebecca heet ze, en haar ouders, stadsmensen die even verpozing zochten op het platteland, zijn ten einde raad. Helikopters speuren met zoeklichten de heuvels af, duikers dompelen zich onder in de rivieren en reservoirs, de lokale bevolking vormt een menselijke ketting op de heide en bloedhonden schieten het struikgewas in, maar ze schrikken enkel de vossenpopulatie op. Rebecca, die door een paar jongeren laatst werd gezien in een witte hoody, wordt niet gevonden. Het dorp maakt zich zorgen, maar het wordt lente: de schapen moeten naar verse grasvelden worden geherderd, nieuwe gewassen ontspruiten aan de grond en in de kerk wordt eerst Pasen en later in de zomer het Oogstfeest gevierd.
Rebecca wordt niet vergeten – niet het minst door haar gebroken ouders – maar de tijd is ongenadig. Jaar na jaar vervaagt de herinnering; heette ze nu Becky, Bex of Rebecca? Een opzichter vindt nog een paar gympen, maar die kunnen van iedereen zijn. Het leven gaat door, en de gapende leegte verkleint tot een spatie.
Samengevat – meisje vermist, paranoia in het dorp – klinkt de roman van Jon McGregor als een landerig scenario voor Midsomer Murders , maar Reservoir 13 hoorde in 2017 wel degelijk thuis op de longlist van de Man Booker Prize, en dat dankzij de aparte literaire vertelvorm. Elk hoofdstuk omspant een jaar en McGregor presenteert zijn tekst in kloeke alinea’s waarbij hij personages en hun verhalen naast elkaar schikt. Normaal behoeft een nieuwe gebeurtenis een nieuwe alinea, maar McGregor lapt die regel aan zijn laars. Dat zorgt voor een taaie leeservaring, maar eens je het jaarritme aanvaardt, snap je dat hij in vogelvlucht over het dorp scheert en letterlijk toont hoe nauw de levens van de bewoners met elkaar verweven zijn. Zijn vormkeuze zorgt ervoor dat je de tijd als stroperig ervaart én je moet wel je aandacht erbij houden: soms smokkelt McGregor een kleine aanwijzing tussen de regels. Wie sticht er op oudejaar telkens opnieuw branden, waarom staat er plots kinderporno op een paar pc’s en waarom spreken de ondertussen ouder geworden jongeren nog steeds in het geheim af voor een jaarlijkse boswandeling?
Reservoir 13 biedt niet alleen een fysieke gewaarwording van de tijd, het bevat ook een moreel appel: hoewel je in het begin gulzig mee speurt naar mogelijke daders, raak je na een paar hoofdstukken meer en meer gefascineerd door de dorpsbewoners en begin je samen met hen Rebecca te vergeten. Soms verdwijnt een meisje gewoon tussen de regels.
****
Nieuw Amsterdam, 288 blz., € 22,99.
Hide text