Deze coming-of-age roman stelt het leven centraal van de jonge Courtney Farell. Ze wordt gedurende twee jaar, van haar vijftiende tot haar zeventiende jaar, gevolgd in haar ver- en ontwikkelingen. De verliefdheid op een lerares op de exclusieve kostschool, steeds meer gaan drinken, de tragische vriendschap met een kamergenote, het botsen met de liefde, hunkering en seks voor het eerst, zijn spannend in dit debuut van de Amerikaanse schrijfster (1937-1964) vastgelegd. Courtney's leven speelt zich deels af in Manhattan (bij haar vader), deels in Los Angeles (bij haar moeder, een werkloze Hollywoodactrice). De schrijfster, met bipolaire stoornis, weet een tienerleven te midden van volwassenen raak neer te zetten, soms binnen één hoofdstuk via andere betrokkenen belicht. Toen het boek in 1956 verscheen, veroorzaakte het een sensatie en werd het Amerikaanse antwoord genoemd op 'Bonjour tristesse' (Françoise Sagan). Met een terugblik op de auteur door Robert Nedelkoff en een nawoord door haar zoon over het boek. In 1957 verschenen onder de titel: ‘Chocolaadjes aan het ontbijt’, in een vertaling van Wijmie Fijn van Draat. Hide text