Misdaadroman. Paul Jacobs schrijft een spannende pastiche, met gastoptredens van Connie Palmen en Stan Lauryssens.
Connie Palmen lalde enkele jaren geleden op een Boekenbal dat Saskia Noort en haar collega-misdaadauteurs zich moesten wegscheren uit de literatuur. In een pittig debat in het tv-programma De wereld draait door verontschuldigde ze zich, maar bleef bij haar standpunt dat misdaadromans geen literatuur zijn. En laat Connie Palmen nu net verliefd worden op een misdaadauteur. Dat gebeurt in De moordenaarsclub van Paul Jacobs. Niet dat hij Palmen bij naam noemt; het personage heet Neeltje Zuiding, alias 'La Piëta'. Ze heeft talloze literaire prijzen gewonnen en twee succesboeken geschreven over haar vroegere echtgenoten, in Jacobs' verhaal een depressieve scheikundeleraar en aan de drank geraakte beroepsvoetballer. Met haar nieuwe liefde, een arrogante Nederlandse misdaadauteur, loopt het niet goed af.
Paul Jacobs (68), producer van succesvolle radioprogramma's als De taalstrijd en De rechtvaardige rechters, speelt graag met de conven…Read more
Connie Palmen lalde enkele jaren geleden op een Boekenbal dat Saskia Noort en haar collega-misdaadauteurs zich moesten wegscheren uit de literatuur. In een pittig debat in het tv-programma De wereld draait door verontschuldigde ze zich, maar bleef bij haar standpunt dat misdaadromans geen literatuur zijn. En laat Connie Palmen nu net verliefd worden op een misdaadauteur. Dat gebeurt in De moordenaarsclub van Paul Jacobs. Niet dat hij Palmen bij naam noemt; het personage heet Neeltje Zuiding, alias 'La Piëta'. Ze heeft talloze literaire prijzen gewonnen en twee succesboeken geschreven over haar vroegere echtgenoten, in Jacobs' verhaal een depressieve scheikundeleraar en aan de drank geraakte beroepsvoetballer. Met haar nieuwe liefde, een arrogante Nederlandse misdaadauteur, loopt het niet goed af.
Paul Jacobs (68), producer van succesvolle radioprogramma's als De taalstrijd en De rechtvaardige rechters, speelt graag met de conventies van het genre, doet op een intelligente manier aan namedropping en schrijft ironisch over het artistieke milieu. In De moordenaarsclub schetst hij met verve hoe tijdens een inwijdingsritueel bij een samenkomst van een groep misdaadauteurs de lesbische voorzitster wordt doodgeschoten. De hoofdverdachte heeft trekken van misdaadauteur Stan Lauryssens. Stan Lories verkocht ooit neptekeningen van Egon Schiele aan vleesfabrikanten - Lauryssens deed dat ooit met werk van Dalí. De inspiratie voor De moordenaarsclub deed Jacobs op bij The Detection Club, opgericht in de jaren 1930. Grote auteurs als Agatha Christie, Ngaio March, John Dickson Carr en Dorothy Sayers waren er lid van. Sayers mocht graag maffe rituelen bedenken. Nieuwe leden moesten het kloppend hart van een vogeltje kussen en zweren dat ze nooit een verhaal van een medelid zouden stelen. In De moordenaarsclub moeten aspirant-leden allerlei eden zweren op een exemplaar van Edgar Allan Poe's Tales of mystery and imagination. 'Doe het voorzichtig jongens. Geen zweetvlekken alstublieft, het is een tweede druk.' De moordenaarsclub is een heerlijke pastiche, die toch spannend is. Jacobs' onderkoelde humor en zijn talloze verwijzingen naar schrijvers zijn speels. Ik weet niet of Palmen dit literatuur zou noemen, maar erudiet amusement is het alleszins.
Houtekiet, 301 blz., 21,99 € (e-boek 4,99 €).
Hide text