Boris, de boerderijhond, is ongerust. Hij mist zijn vriend Eduard, de eend. Hij vraagt aan de andere boerderijdieren of ze Eduard soms gezien hebben, maar dat is niet het geval. Boris gaat op zoek en vindt Eduard. Deze heeft last van reumatiek en wil niet meer terug naar de boerderij omdat alle jonge dieren hem uitlachen. Boris overtuigt hem mee terug te komen. Op weg naar de boerderij gebeurt er iets en Eduard wordt de grote held van de boerderij! Dit is na 'Knabbel de Eekhoorn' (1987) het tweede deel in een serie over dieren. Het verhaal is simpel, maar het taalgebruik is niet overal even makkelijk voor de beoogde leeftijdsgroep (hoenderhof, reumatiek, toeziend oog, iets onder de leden hebben e.d.) en zal aangepast moeten worden. De tekst is opgenomen in de illustratie en begint al op de titelpagina. De gekleurde realistische tekeningen ondersteunen de tekst. De dieren zien eruit als dieren, maar hun gedragingen zijn menselijk (ongerust zijn, kunnen spreken, iemand uitlachen). Vanaf ca. 4 jaar. Hide text