Thomas Hardy kreeg het flink voor zijn kiezen van de critici, na de publicatie van 'Jude the Obscure' in 1896. Vrijwel unaniem veroordeelde men het immorele karakter van het boek (wat natuurlijk een prima aanprijzing is) waarna de teleurgestelde Hardy alleen nog poëzie schreef. Althans, zo gaat het verhaal. Dat hij genoeg geld had verdiend met zijn romans en het welletjes vond zou evengoed de reden kunnen zijn, want ook 'Jude the Obscure' was een publiekssucces. 'Tess of d'Urbervilles' en 'Far from the madding crowd' zijn bekendere titels, maar in zijn laatste roman klinkt Hardy's veroordeling van de benepen victoriaanse maatschappij het scherpst, zijn de personages het meest curieus en gedenkwaardig, en is drama het rampzaligst. Nu is de roman eindelijk vertaald, als 'De onbeduidende Jude'.
In grote lijnen is het verhaal snel verteld. Jude Fawley groeit op in het dorpje Marygreen bij zijn norse tante. Al jong droomt hij ervan geleerde te worden in Christminster, een stad (gemodelleerd naar Oxford) waarvan hij de deftige torens kan zien - vaag en lonkend - staand op de hoogste heuvel buiten het dorp. Het lot wil anders. Hij trouwt met de boerse Arabella, die hem al snel verlaat, en wordt steenhouwer in Christminster, waar hij zijn nicht Sue Bridehead ontmoet. Hij wordt hopeloos verliefd op haar, en ook zij zoekt toenadering hoewel ze verloofd is met hun oude schoolmeester uit Marygreen, nota bene de man die Jude ooit stimuleerde boeken te lezen en Latijn te leren. Jude blijft dromen, van een carrière als geleerde of geestelijke, en van een huwelijk met zijn nicht. Na jaren van dralen en draaien krijgen ze elkaar, ze gaan samenwonen. Het afgrijzen van de omgeving hierover neemt kwaadaardige vormen aan. Smaad vormt de opmaat voor nog meer ellende. Als een Bijbelse Job verdraagt Jude de plagen, tot het onherroepelijke einde.
Thomas Hardy was zelf steenhouwer en architect, en het is verleidelijk zijn schrijfstijl en gevoel voor vorm te herleiden tot die beroepen. Hij toont zich namelijk een meester van de vorm in dit donkere drama. In de beschrijvingen kunnen de - nou vooruit - gebeitelde zinnen plechtstatig overkomen, maar in de dialogen is Hardy altijd fijn down to earth.
Beide registers komen goed tot hun recht in de frisse vertaling van Arie Storm, die alleen al door de titel zijn stempel op deze uitgave drukt. Eerder dan 'onbeduidend' betekent 'obscure' vreemd, merkwaardig of onbekend. Maar met 'onbeduidend' zet Storm een andere kant van Jude in het licht, namelijk dat hij van lage afkomst is. Er schemert in door dat ieder streven naar hoger en meer tot mislukken gedoemd zal zijn.
Soms komt Hardy als alwetende verteller even tevoorschijn, zo noemt hij zichzelf "een chroniqueur van stemmingen". Dat is een even bescheiden als adequate typering. Want alle verwikkelingen ten spijt is het boek precies dat: een verslag van stemmingen, een boek over twee boeiende karakters.
Sue is de meest fascinerende. Ze is een innemende dwarsdenker in een tijd waarin zoiets een sociaal doodvonnis betekende, ze wil best voldoen aan al die normen en waarden maar als ze zich ernaar voegt, voelt ze hoe het knelt en barst ze uit het keurslijf. Desnoods springt ze uit het raam of loopt ze een rivier in. Ze is ook wispelturig, spreekt zichzelf tegen, trekt aan en stoot af. Als ze ten slotte wegzakt in een religieuze waan wilde ik haar wel door elkaar rammelen - altijd een goed teken als je als lezer die neiging hebt - maar moest ik me erbij neerleggen dat ze het uit lijfsbehoud doet: het was voor haar niet vol te houden een areligieuze vrij- denker te zijn in een onbarmhartig oordelende maatschappij. Ja, voor wie wel? Voor de arme Jude in ieder geval ook niet.
De tragiek van Jude is dat hij juist niet onbeduidend wil zijn. Hij legt zich niet neer bij zijn afkomst, hij verzet zich en probeert iets te bereiken dat buiten zijn bereik ligt: een leven als wetenschapper en een huwelijk met zijn nicht. Hij is ambitieus, en lijdt onder die ambitie. Hij bevindt zich tussen twee sociale klassen in, en tussen twee tijdperken: de victoriaanse tijd met zijn middeleeuwse mores en de moderne tijd die helaas nog lang niet gearriveerd is. Hij moet wel vallen. De noodzakelijkheid van die val maakt het boek benauwend. Als het even wat beter gaat met Jude weet je al dat het geluk niet lang zal duren. De comic reliefs die Hardy traditiegetrouw invoegt, zijn wrang en bitter (zie citaat).
De enige uitweg voor Jude is de totale ondergang. Gek genoeg is dat minder deprimerend dan het lijkt. Je bent zelfs opgelucht dat de onherroepelijke neergang eindelijk voltooid is. Dat bedoel ik op een goede manier: je gunt de goede, onbeduidende Jude die verlossing. Zelf blijf je tamelijk onthutst achter, en je peinst nog een tijdje over hoe het in een andere tijd en op een andere plaats totaal anders had kunnen lopen. Jude en Sue zelf, die blijven je langer bij. Je hoopt voor altijd.
Thomas Hardy
De onbeduidende Jude
Vertaling en nawoord Arie Storm, Athenaeum; 560 blz., €25,99
Uit 'de onbeduidende jude', pag. 387.
"De soldaat was nors en terughoudend, de bruid treurig en timide; ze werd zichtbaar binnenkort moeder, en ze had een blauw oog. Hun kleine ceremonie was snel achter de rug, en de twee en hun vrienden strompelden naar buiten, een van de getuigen zei terloops in het voorbijgaan tegen Jude en Sue alsof hij hen al kende: 'Zagen jullie het stel dat net naar binnen kwam? Haha! Die kerel is net vanochtend ontslagen uit de bajes. Ze ontmoette hem bij het hek van de gevangenis, en bracht hem meteen hiernaartoe. Zij betaalt alles.' Sue keek om en zag een lelijke man, met kort geknipt haar, en aan zijn arm een vrouw met een breed gezicht, getekend door de pokken, blozend van de drank en de bevrediging dat ze op het punt stond aan een diep verlangen te voldoen."
Hide text