Dit is het eerste, forse deel van de memoires van oud-president Barack Obama (1961), van 2009 tot 2017 als president van de Verenigde Staten de machtigste man ter wereld. Via zijn jeugd en opvoeding, grotendeels in Indonesië en op Hawaï, zijn opbouwwerk te Chicago, zijn huwelijk met Michelle en hun gezinsleven, vervolgt hij zijn relaas met de gang naar het presidentschap voor de Democraten, en de bittere erfenis van Bush II: twee oorlogen en een economische crisis. Hij besteedt veel woorden aan de Stimuleringswet 2009, het redden van de banken en zijn nipte overwinning in 2010: de zorgwet 'Obamacare'. Steeds stuitte hij op obstructie van de Republikeinen en op scheldpartijen van Tea Party-activisten. Rake persoonstyperingen (Sarkozy, Merkel, Poetin) wisselt hij af met gefilosofeer over zijn eigen missie, en tal van rake sfeerbeschrijvingen van zijn dagen in het Witte Huis. Zijn beschouwingen getuigen van zelfspot, eruditie, bescheidenheid, compassie en twijfel. Zijn analyses van wereldvraagstukken (zoals het klimaat) zijn uitvoerig en actueel. Boeiend is de slotscène: de dood van Bin Laden in 2011. Tot het laatst meeslepend. Het boek is voorzien van twee fotokaternen. Masquer le texte