Jeugdauteur Bart Moeyaert pakt uit met een indringende roman, die beslist zowel de jongere als de oudere volwassene kan bekoren. Achter de romantisch aandoende titel, Het is de liefde die we niet begrijpen , gaat een aanzienlijk minder romantisch verhaal van een labiel gezin schuil. Een gesprek met de auteurs wiens 'roman' in feite uit drie in elkaar hakende verhalen bestaat.
Het is de liefde die we niet begrijpen, het lijkt de eerste regel van een gedicht, maar het is de titel van het jongste boek van Bart Moeyaert, dat in essentie, net als zijn vorige boeken, gaat ,,over het leven dat we niet begrijpen''. Het geheel bestaat uit drie verhalen, die ondanks grote verschillen in toon, ritme en inhoud, op een natuurlijke manier met elkaar verbonden zijn. Uit een caleidoscopisch geheel van beelden, dialogen en schijnbaar minimale gebeurtenissen distilleert de lezer het portret van een labiel gezin, een moeder met vier kinderen. Sterker nog dan in Moeyaerts vorige boeken wordt gefocust op het onvermogen tot communicatie, op verlangen naar liefde en erkenning, op de emotionele verstarring van de afwijzende volwassene en het effect ervan op de volgende generatie.
Het is een verontrustend verhaal, een verhaal waar je als lezer mee vecht. Het grijpt je aan en lijkt ongrijpbaar. Het presenteert zich bij elke nieuwe leesbeurt als een lichte variant van zichzelf; beelden lichten op, verblinden je, doven uit - afhankelijk van hoe je ze proeft, invult, meeneemt doorheen het gebeuren. En toch, en toch. Waar in Moeyaerts vorige boeken een volmaakte vorm het verhaal zo sterk in bedwang leek te houden dat het zich bij momenten aan de lezer leek te willen onttrekken, komt het vertelde nu helderder, sterker, ja, bijtender naar de oppervlakte.
Bart Moeyaert: ,,Ik denk dat ik evolueer in mijn ideeën over het schrijverschap, over hoe een boek moet worden geschreven. Ik heb de lat heel lang heel hoog gelegd, een verhaal mocht extreem literair zijn. Ik vond dat het al genoeg was als je twee lezers had. Daar ben ik een beetje van teruggekomen. Een boek is uiteindelijk een vorm van communicatie en een gesprek met drie mensen is wel een mooi, maar toch ook een klein gesprek. Misschien kun je met net iets meer helderheid tien lezers bereiken.
,,Niet dat het bereiken van zoveel mogelijk lezers opeens een doel wordt, of dat je ineens bewust helderder gaat schrijven, maar je verwerkt dat idee wel in de manier waarop je tegenover literatuur staat in het algemeen en dat komt uiteindelijk ook in je boek terecht.''
De kinderen in uw verhalen zijn kwetsbaar én weerbaar. Volwassenen lijken hen gevangen te willen houden in wat ze kindertijd noemen en dwingen hen om zich blind en doof te tonen voor wat er zich in hun omgeving afspeelt. De ik-figuur zegt dat in dit verhaal zelfs letterlijk. ,,Het lijkt alsof volwassenen willen geloven dat de kindertijd uitsluitend vrolijk is, een wei met madeliefjes. Het is alsof kinderen bepaalde ideeën niet mogen hebben, zelfs algemeen geen ideeën mogen hebben. Onder meer door de manier waarop ik kinderen portretteer, worden mijn boeken vaak bestempeld als triestig, terwijl ik eerder het idee heb het leven te beschrijven zoals het is.
,,Het commentaar dat volwassenen op mijn verhalen geven, zegt veel over hun visie op de kindertijd. En dan kom je tot uitspraken als: 'Het is een kinderboek, dus het moet een beetje geruststellend zijn.' Een kinderboek lijkt garant te moeten staan voor vrolijke, knotsgekke verhaaltjes over heksen en tovenaars. Vervolgens gaat men in de beoordeling een stap verder, een stap te ver: 'Dus weinig kinderen zullen dit treurige verhaal mooi vinden.'' Bij Blote handen en bij vroeger werk kreeg ik bovendien vaak de opmerking 'het is wel zeer literair', wat alweer betekende dat het niet veel lezers zou hebben. Literair lijkt een synoniem voor: niet voor alle kinderen.'' De moeders in uw verhalen vallen op door hun onvermogen om te koesteren en te beschermen. In dit verhaal wordt de moeder beschreven als een vrouw die emotioneel compleet vastzit. ,,Ik heb al opgemerkt dat mijn moederrollen niet de mooiste zijn, wat overigens in tegenstelling staat tot wat ik als kind heb ervaren. Toch heeft het allicht te maken met hoe ik tegenover mensen sta. Ik denk dat ieder mens bang is om afgewezen te worden en in wezen op zoek is naar erkenning, aanvaarding en genegenheid. En in dat verband vind ik een hand het mooiste wat er is. Je kunt ermee strelen, handen klappen, vasthouden, geruststellen. Ik let er bij mensen altijd op wat ze met hun handen en hun mond uitdrukken. Gebaren en bewegingen geven veel prijs over hoe iemand is en in dit verhaal over hoe de moeder is.'' De dood speelt in vele van uw boeken een grote rol, in Wespennest laat de dode vader een verkillende leegte achter, bijt een teef haar jong dood. In Voor altijd, altijd is er het zoeken naar evenwicht tussen het loslaten en het vasthouden van een geliefde overledene. In dit verhaal is er de dood van een onbekende grootmoeder en wordt de minnaar van de moeder dood gewenst. De dood als oplossing? ,,Ik weet dat ik als twintiger ook vaak met de dood bezig was. Ik ervoer de wereld absoluut niet als prettig. Ik kon ook niet tegen de algemene oppervlakkigheid. Vroeg me af waar mensen mee bezig waren. Ik was heel erg aan het zoeken en vooral ook aan het worstelen met mezelf over hoe ik in de wereld wilde staan. En heel vaak zag ik de dood als verlossing, dan ben je van alles af, heb je van niemand nog last en niemand heeft nog last van jou. Want leven is toch maar lastig, als een ondraaglijk gewicht op je schouders.
,,Van mijn geliefde heb ik geleerd om anders in het leven te staan, maar dat basislaagje is er nog altijd. Ook als daar een pak vrolijkheid bovenop ligt, zul je als je diep genoeg graaft, waarschijnlijk altijd een treurige Moeyaert vinden. Ik ben er ook nog altijd niet mee klaar waarom mensen doen wat ze doen, en dat komt waarschijnlijk ook in mijn boeken terecht.'' De tragiek van de gebeurtenissen heeft bij momenten ook iets verschrikkelijk komisch. ,,Er zijn toch heel veel situaties waarvan je kunt zeggen 'dit is potsierlijk, eigenlijk is dit een gekke situatie'. Dat intrigeert mij. Een krantenbericht dat ik altijd heb bewaard, gaat over een bruiloftsfeest waar 150 gasten zijn vergiftigd nadat ze iets verkeerds hadden gegeten. Het is een feest en iedereen valt dood. Ik vind dat allemaal des mensen, maar blijkbaar moet je daar - ook in boeken - voorzichtig mee zijn.''
De emoties komen in dit verhaal naakter dan ooit op de lezer af. Mede door de manier waarop ze in je nazinderen, lijken de drie verhalen in elkaar over te vloeien. Het is heel bevreemdend hoe sfeer en stemming tegelijkertijd bepaald én benadrukt worden door de weersomstandigheden. ,,In dit boek staan die weersomstandigheden heel erg gelijk met de gevoelens. In het eerste verhaal is er de hitte die loom maakt en alles vertraagt. Daarmee hangen heel sterk de angst en de tegenzin samen om te zeggen wat gezegd moet worden. De gemoederen zijn verhit, de emotie trilt naar buiten. In het tweede verhaal moet door de regen alles snel gebeuren, lijkt alles oppervlakkiger. Er is ook veel dialoog, communicatie; de personages komen het dichtst in de buurt van een gewone moeder-kindrelatie. Het derde verhaal is de middenweg, het is niet te warm, niet te koud. Het is een melancholisch verstilde avond waarop weinig bezwarends gebeurt, er is samenhorigheid tussen iedereen. Er kan weinig gebeuren. Al broeit er iets.'' U heeft blijkbaar een ander verhaal geschreven dan ik heb gelezen. In het tweede verhaal valt mij precies het gebrek aan communicatie op en lijkt de ik-figuur de moederrol over te nemen. Het derde verhaal gaat voor mij heel sterk over afscheid. Afscheid van een geliefde, afscheid van een levensfase... Vind u dat niet verontrustend? ,,Neen, ik ben blij dat jouw en mijn interpretatie kloppen, het stelt me gerust dat het nog klopt. Zo hebben we het over een moederfiguur die door jou en mij op een verschillende manier wordt ingevuld, maar beide interpretaties kloppen wel met de lijn die er staat. Aan wat er staat geven we negatieve en minder negatieve connotaties. Ook de verhoudingen binnen het gezin krijgen andere connotaties.
,,Mijn uitleg is de interpretatie die ik er als eerste lezer kort na de geboorte van het boek aan gaf. Maar dat is zeker niet dé interpretatie. Als we gaan doorgraven op het moederbeeld in het boek, kan ik maar tot op een bepaald punt meegaan omdat mijn hoofd niet groot genoeg is en ik zelf niet genoeg afstand kan nemen. Het zou een andere discussie worden, indien ik in mijn boek duidelijk aanwijsbaar had gezegd waar het zich afspeelt, welke achtergrond de moeder heeft. Nu moet je het doen met bepaalde aanwijzingen als 'dat huishouden van Jan Steen waarin ze is opgegroeid'. Ik denk dat ik tamelijk ver wil meegaan in interpretaties omdat ik het zelf maar met moeite kan uitleggen.
,,Blijkbaar ga ik toch heel onbewust te werk. Door erover te praten, denk ik heel vaak 'aha, dat denk ik dus'. Ik ben intens met het schrijfproces bezig, maar pas door over het verhaal te praten, worden mij veel dingen duidelijk. En wat op papier staat, klopt hoe dan ook voor mij. Ze mogen mij aanvallen, maar ik weet wat ik gedaan heb en waarom. Als ik een boek aflever, denk ik: dit is het beste wat ik op dit moment kan.'' Mag de lezer de auteur terugvinden in zijn boek? ,,Absoluut. Anders wordt het toch alleen maar schrijven; op fiches hoofdstuk na hoofdstuk zetten, plot netjes in elkaar passen, opeenvolgende gebeurtenissen plannen... Dat lijkt me heel koud en oninteressant. Ik denk dat ik het heel snel voel als een boek zo in elkaar zit. Ik denk dat ik om die reden niet voor het pure detectiveverhaal val. Omdat het bedachte verhaal daarin veel meer aan de oppervlakte komt. Ik kan absoluut niet uit mijn boek blijven, ik zit er vanaf het begin totaal in en later nog totaler.'' Maar achteraf bent u verrast over de manier waarop u uzelf tegenkomt? ,,Heel erg. Als een broer die me goed kent, zegt dat ik mezelf op een onopvallende manier compleet blootgeef, dan schrik ik. Pas weken nadat het boek af is, begin ik dat zelf ook te zien.'' Vindt u het niet moeilijk om daarmee geconfronteerd te worden? ,,Niet meer. Ik ben wie ik ben. Iedereen heeft mooie en lelijke kantjes, dus als er in dat boek lelijke kantjes naar boven komen, dan is het zo. Ik maak me daar geen zorgen meer over.''
Het is de liefde die we niet begrijpen is geen kinder- of jeugdboek, het is een roman voor jonge en oudere volwassenen, een boek dat rijker en dieper wordt naarmate de lezer er met zijn hele hebben en houden in durft te stappen. Het is een verhaal dat zich beschroomd en brutaal, onschuldig en verleidelijk en in alle opzichten totaal aan de lezer overlevert. Zoals de handen die je van op de cover een dieprode appel aanreiken...
Masquer le texte