De Franse schrijfster en journaliste Colombe Schneck schreef een boek over het Holocaustverleden van haar familie. En scoorde er een bestseller mee. Veerle Vanden Bosch
'Ik dacht: zo simpel is het niet, je draagt sandalen van roodbruin geitenleer, je geniet van onmogelijke liefdesgeschiedenissen, je houdt van zwemmen in de Middellandse Zee en jij denkt dat een wicht zoals jij over de Shoah kan schrijven?' Die bedenking maakt de Franse journaliste en schrijfster Colombe Schneck zich inSalomé, een boek waarmee ze een snaar raakte in Frankrijk: het werd er een stevige bestseller, stond op de shortlist van de Prix Femina en haalde een handvol andere prijzen binnen.
Levensgenieter of niet, als je uit een Joodse familie komt, dringt de geschiedenis zich vroeg of laat onvermijdelijk aan je op. Dat moment komt bij Colombe wanneer haar moeder haar tussen neus en lippen vraagt of ze haar babydochtertje als tweede naam 'Salomé' wil geven, 'de naam van haar nichtje van wie niets meer over was'. Een verzoek waarvan Colombe de draagwijdte aanvankelijk niet inschat. Want in haar familie is alles wat te maken heeft met de oorlog, het overleven van haar oudtantes Raya en Macha en de dood van hun dochter Salomé en zoon Kalman, altijd omgeven geweest met een groot zwijgen. En Colombe heeft haar moeder en oma nooit iets gevraagd, want 'niets weten was een manier om hen te beschermen, dacht ik'. Het is het klassieke verhaal van nakomelingen van Holocaustslachtoffers, die gebukt gaan onder het verzwegen verleden en de trauma's van hun ouders en grootouders.
Drastische beslissing
Maar door haar dochtertje Salomé te noemen, krijgt Schneck het gevoel dat ze haar kind heeft opgezadeld 'met een vloek waar ze niets vanaf wist'. Na de dood van haar moeder en oma wil ze weten wat er echt gebeurd is met de verdwenen naamgenote van haar kind. Het boek is de neerslag van die zoektocht naar het verleden, een tocht die haar zowel naar de VS en Israël brengt, waarheen haar oudoom en -tantes na de oorlog zijn uitgezwermd, als naar Litouwen, waar haar familie vandaan komt - een land waar 95 procent van de Joodse bevolking de oorlog niet heeft overleefd.
Schneck reist naar Ponevezh, waar de familie Grishovitz na de Eerste Wereldoorlog een gelukkig bestaan leidde. Litouwen was onafhankelijk, de Joodse bevolking had vertrouwen in de toekomst, het antisemitisme bleef op de achtergrond. Oudste dochter Ginda, Colombes oma, ging in 1926 medicijnen studeren in Parijs en trouwde er met een Russische Jood. De anderen, Macha, Raya en Nahum, bleven in Litouwen, ook toen zich in de jaren 30 donkere wolken samenpakten boven het land, dat geprangd zat tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie. Het vervolg laat zich raden: tijdens de nazibezetting komen ze in het getto van Kovno (het huidige Kaunas) terecht. Op 26 oktober 1943 staan drie generaties van de familie Grishovitz samen met duizenden anderen te wachten op het Plein van de Democratie in Kovno, voor de selectie. Ouderen maken geen schijn van kans, moeders met kinderen evenmin. Oma Mary, Macha, Raya, Kalman en Salomé zijn ten dode opgeschreven. De zeventigjarige Mary neemt een drastische beslissing: ze grist Kalman uit de armen van Macha, neemt Salomé bij de hand en wandelt de dood tegemoet. Raya en Macha protesteren niet, de jonge moeders komen in een werkkamp terecht en overleven. Na de bevrijding stichten ze een nieuw gezin: een nieuwe man, opnieuw kinderen, een nieuw leven - een intens leven, dat waren ze aan hun overleden kinderen verplicht.
De goede keuze
Het is een verbijsterende ontdekking. Hoe konden ze daarmee leven, hoe zijn ze dat achteraf te boven gekomen, vraagt Schneck zich af. Naarmate haar zoektocht vordert, komt ze tot de vaststelling dat die vragen zinloos zijn: 'Het antwoord van Raya en Macha was leven, intens leven [...]. Als het ergste mogelijk is, dan is het ongepast om melancholisch te zijn', schrijft ze over haar vrolijke tante Macha. Raya en Macha zijn na de dood van hun kinderen opnieuw begonnen, terwijl hun oudere zus Ginda en haar dochter Hélène in Parijs 'door diezelfde doden voor een deel van het leven en de liefde hebben afgezien'. Ze gingen gebukt onder het gewicht van het verleden, voluit leven was er niet bij. En dat is iets wat blijft doorzinderen tot de volgende generatie. Net als die eeuwige angst.
Het uitgangspunt van dit boek is hetzelfde als dat van die andere beroemde zoektocht naar verdwenen familieleden:Verloren van Daniel Mendelsohn, maar het heeft bijlange na niet dezelfde reikwijdte. Waar Mendelsohns boek uitgroeit tot een indrukwekkend zoektocht naar wat het betekent mens te zijn, blijft Schnecks relaas beperkt tot het particuliere verhaal van haar familie. Het is een aangrijpend, beknopt boekje, zoals er al talloze geschreven zijn over de Holocaust. Wat de lezersharten raakt, is de verbazingwekkende veerkracht van mensen die het allerergste hebben doorstaan. Uit Colombes gesprekken met de nakomelingen van Macha, Raya en Nahum blijkt dat oma Mary destijds de goede keuze heeft gemaakt: die voor het leven. Ondanks alles.
COLOMBE SCHNECK
Salomé. De zoektocht naar een verdwenen kind.
Vertaald door Marijke Arijs, Cossee, 160 blz., 18,90 ? (e-boek 14,90 ?). Oorspronkelijke titel: 'La réparation'.
De auteur: was radio- en televisiejournaliste in Frankrijk.
Het boek: een zoektocht naar een tijdens de Holocaust verdwenen meisje.
ONS OORDEEL: een aangrijpend relaas.
¨¨¨èè
Veerle Vanden Bosch ■
Masquer le texte