Jeugdauteur Do van Ranst viel de voorbije week twee keer in de prijzen. Zijn boek Mijn hondenjongen werd bekroond door de Kinder- en Jeugdjury en zijn jongste jeugdroman, Mijn vader zegt dat wij levens redden, sleepte de Prijs Knokke-Heist Beste Jeugdboek in de wacht, een manuscriptenprijs waaraan een bedrag van 12.500 euro is verbonden. Een terechte bekroning, zo blijkt.
Jeugd
EEN schroeiende zon in een trillende lucht, een ,,kaarsrechte, eentonige weg langs dorre bomen en cactussen'', een huis in een bocht die geen mens verwacht. In de verte zie je de steigers van een brug. De brug is nooit afgewerkt, de weg leidt nergens heen. De setting van Mijn vader zegt dat wij levens redden , het nieuwe boek van Do van Ranst, is een broeierig, godvergeten oord, een ,,plek waar alles stopt''. De verveling is er allesoverheersend. Af en toe mist een auto de scherpe bocht en ramt de voorgevel van het huis. Het is het enige verzetje voor het vijftienjarige ik-personage dat er woont met haar familie een uitgebluste vader, een verbitterde moeder en een dementerende oma. De ongelukkige chauffeurs brengen telkens enkele dagen op de bank in de woonkamer door om te bekomen van de klap.
Het hele boek zindert van de onderhuidse spanning. Niet alleen het decor ademt een bevreemdende, surrealistische sfeer, alles wat er gebeurt, is omgeven door een waas van geheimzinnigheid. De plek trekt kandidaat-zelfmoordenaars aan, de opa van het hoofdpersonage is er in onduidelijke omstandigheden om het leven gekomen en 's avonds is ze het decor van prostitutie en allerhande louche zaakjes. De halve brug symboliseert ook de verstoorde verhoudingen binnen het gezin: de grootmoeder, die zich in zichzelf heeft teruggetrokken na de dood van haar man; de vader, die elke verantwoordelijkheid ontloopt en zich verschuilt achter de wil van God; de moeder, die haar man zijn inertie niet kan vergeven, en te midden van dat alles een onzeker tienermeisje, die het gedrag van de volwassenen nuchter observeert en alleen staat met al haar vragen.
,,Ik ben gestart met het idee van dat huis waar af en toe wel eens een auto in knalt,'' zegt Do van Ranst. ,,Bovendien werden op het moment dat ik aan dit boek begon werken aangevat aan een brug in Hamme, waar ik woon. Die brug heeft jaren open gestaan, je kon er met de auto niet over. Daar komt het beeld van die halve brug vandaan. Ik wilde ook iets schrijven over iemand die op een heel verlaten plek woont. Dat het een meisje moest zijn, was voor mij vanzelfsprekend, al was het geen weloverwogen keuze. Het gebeurde onbewust. Al moet ik toegeven dat ik me gemakkelijk in die meisjeswereld kan verdiepen. Ik vind meisjes van vijftien jaar vaak boeiender dan jongens van die leeftijd ze hebben meestal toch iets meer te vertellen.''
Om aan de eentonigheid en de eenzaamheid te ontsnappen, creëert het meisje een fantasiewereld een vervolgverhaal waarin de vader de rol van succesvol werfleider krijgt toebedeeld, onder wiens leiding de brug wordt voltooid. Hij wordt daarin bijgestaan door een talentvolle jongeman haar verloofde.
Ook de lesbische Sue en haar salamander zorgen voor wat leven in de brouwerij. Sue woont in het dorp verderop, op een uur fietsen van de halve brug. ,,Sue opzoeken betekent voor het ik-personage het einde van de wereld' even ontvluchten,'' zegt Van Ranst. ,,Terwijl ze die plek tegelijk heel boeiend vindt, want ze wil niet echt elders wonen. Die plaats hangt vast aan haar opa die ze zo graag heeft gezien en aan de herinneringen aan vroeger, toen het een paradijselijk oord was. Die herinneringen vervloeien met haar fantasie. Wat is echt en wat niet? De lezer mag het zelf invullen. Dat je na het lezen van dit boek met een heleboel vragen blijft zitten die je niet kwellen, maar aan het denken zetten, vind ik boeiend. Het maakt deel uit van de surrealistische sfeer van het verhaal. Ik laat graag dingen in het midden. Niet alles hoeft gezegd.
Zo is er ook de scène met de salamander [ die Sue tussen haar benen zet om zich te laten likken, vdbv ]. Gebeurt dat echt? Ik zie het veeleer als een metafoor. Sue zet haar vriendin onder druk omdat ze seks wil en ze gaat daar behoorlijk ver in. Te ver, want het leidt tot een conflict met het ik-personage. Net zoals ze haar salamander te veel bepotelt, met het gevolg dat zijn staart eraf valt.''
HET ik-personage twijfelt aan haar seksuele geaardheid. Haar vreemde, sensuele relatie met Sue brengt haar nog meer in de war. Om uitsluitsel te krijgen, moet ze dringend zien uit te vissen ,,hoe het voelt met een jongen''. Alleen liggen de jongens niet voor het oprapen op de godvergeten plek waar ze woont. Of toch. Thuis op de bank ligt Zack, het jongste slachtoffer van de bocht in de weg.
,,Je zou je kunnen afvragen of het wel realistisch is dat iemand van die leeftijd nog zo onwetend is over hoe het is met jongens','' zegt Van Ranst. Ik denk dat de vijftienjarigen van vandaag daar nogal goed van op de hoogte zijn. Maar als je op zo'n plek woont, kun je gerust 25 worden voor je dat te weten komt. Die onzekerheid past dus wel bij de context van het personage. Bovendien denk ik dat alle pubers wel eens twijfelen aan hun geaardheid. Ook ik heb als jongen vriendschap wel eens verwisseld met verliefdheid.''
Wanneer het meisje bij haar poging om Zack te verleiden door haar ouders wordt betrapt, wordt haar vader wakker geschud uit zijn lethargie. Hij verdedigt zijn vrouw en dochter tegen het geteisem dat op de halve brug afkomt en beseft dat het de hoogste tijd wordt om deze verdoemde plek te verlaten. Die ommezwaai gebeurt nogal drastisch en wordt onvoldoende gedragen door het verhaal. Daardoor komt het wat ongeloofwaardig over. Al is Van Ranst het daar niet mee eens. ,,Sommige mensen zullen misschien kritiek hebben op het happy end , maar zelf vind ik het mooi dat de vader op het einde alsnog een heldenrol krijgt,'' zegt hij. ,,Hij spuugt in zijn handen en wrijft zijn haar achterover. Kom, zegt hij'. In dat ene zinnetje wordt enorm veel gezegd.''
Het is een keerpunt voor het gezin, dat naar de stad verhuist en het troebele verleden achter zich laat. Wanneer het hoofdpersonage bij het vertrek nog een laatste keer achterom kijkt naar de plek waar ze haar hele leven heeft doorgebracht, ziet ze alles in vlammen opgaan. Het is een passend slot voor dit broeierige verhaal.
Met Mijn vader zegt dat wij levens redden heeft de Prijs Knokke-Heist Beste Jeugdboek een mooie winnaar. Het is een originele, eigenzinnige en sfeervolle roman met kleurrijke, levensechte personages en snedige dialogen, die veel ruimte laat aan de verbeelding van de lezer.
DO VAN RANST Mijn vader zegt dat wij levens redden. Davidsfonds/Infodok, Leuven, 106 blz., 13,50 eur.
DE AUTEUR Do Van Ranst (29) schreef eerder twee adolescentenromans, Boomhuttentijd en Mijn hondenjongen , en drie boeken voor jongere kinderen: Zeven zinnen en een zoen , Een pruik en paarse lippen en Mijn bed is een boot .
Masquer le texte