Roman. Als het hoofdpersonage van Elif Shafaks nieuwe roman aan haar vader vraagt of hij nog wel gelooft dat God bestaat, antwoordt hij: 'Tuurlijk wel, maar dat betekent niet dat ik begrijp waar hij mee bezig is.'
God is overal, dezer dagen. Daar kun je moeilijk omheen. Dat geldt zeker voor een schrijfster als de uit Turkije afkomstige Elif Shafak. Zelfs al verkaste ze naar Groot-Brittannië en ging ze in het Engels schrijven, toch is het de strijd om de hemel, de zeden en de macht die haar bezighoudt. In Drie dochters van Eva vervlecht ze twee verhaallijnen met elkaar. De eerste speelt zich af in 2016, met Nazperi Nalbantoglu - kortweg Peri - als mooie, rijke, maar uitgedoofde thirtysomething huisvrouw. 'Ze steunde liefdadigheidsbijeenkomsten, (...) werkte als vrijwilligster in bejaardentehuizen waar ze deelnam aan backgammontoernooitjes die ze opzettelijk verloor, (...) trad op als gastvrouw bij chique dinertjes voor de chef en collega's van haar man.'
Peri is met haar opstandige, adolescente dochter op weg naar 'Het laatste avondmaal van de Turkse bourgeoisie', een etentje in een prachtige villa aan de Bosporus. Aan tafel zijn alle kapi…Lire la suite
God is overal, dezer dagen. Daar kun je moeilijk omheen. Dat geldt zeker voor een schrijfster als de uit Turkije afkomstige Elif Shafak. Zelfs al verkaste ze naar Groot-Brittannië en ging ze in het Engels schrijven, toch is het de strijd om de hemel, de zeden en de macht die haar bezighoudt. In Drie dochters van Eva vervlecht ze twee verhaallijnen met elkaar. De eerste speelt zich af in 2016, met Nazperi Nalbantoglu - kortweg Peri - als mooie, rijke, maar uitgedoofde thirtysomething huisvrouw. 'Ze steunde liefdadigheidsbijeenkomsten, (...) werkte als vrijwilligster in bejaardentehuizen waar ze deelnam aan backgammontoernooitjes die ze opzettelijk verloor, (...) trad op als gastvrouw bij chique dinertjes voor de chef en collega's van haar man.'
Peri is met haar opstandige, adolescente dochter op weg naar 'Het laatste avondmaal van de Turkse bourgeoisie', een etentje in een prachtige villa aan de Bosporus. Aan tafel zijn alle kapitaalkrachtige stemmen van Istanbul in dissonantie verenigd: seculiere journalisten, corrupte zakenlui, godvruchtige echtgenotes, een toekomstvoorspeller. In deze conversaties toont Shafak zich een meester van de ironie, ze scalpeert de hypocrisie, de hebzucht en de kleinmenselijkheid op een treffende manier.
Deze situatieschets wordt doorspekt met elementen uit Peri's jeugd. Als kind van een seculiere vader en een religieuze moeder die elkaar het licht in de ogen niet gunnen, wordt ze heen en weer geslingerd tussen orthodoxie, ratio en bijgeloof - een evenwichtsoefening die van haar een onzeker, introvert meisje maakt dat haar heil zoekt in boeken.
Na de middelbare school mag de briljante studente op impuls van haar vader in Oxford gaan studeren. Daar ontmoet ze de Brits-Iraanse Shirin en de Egyptisch-Amerikaanse Mona - twee jonge vrouwen die net als zij van moslimorigine zijn, maar die tegengestelde posities hebben ingenomen. Gelooft Mona ten stelligste dat feministen ook een hijab kunnen dragen, dan zweert Shirin bij make-up, vrije liefde en atheïsme. Peri schippert. Of zoals Shirin haar omschrijft: 'je bent een half-om-half, (...) de muslimus modernus, (...) kan geen varken zien, maar is niet vies van een wijntje. (...) wil de religie niet opgeven, want je weet maar nooit of er leven is na de dood, beter het zekere voor het onzeker nemen. Maar wil ook geen vrijheden laten varen'.
Soefisme
In Oxford volgen de drie jonge vrouwen college bij de al even zonderlinge als aantrekkelijke professor Azur, die een druk bijgewoond college geeft over God. Shafak bedient zich van zijn lessen alsook van de conversaties tussen de studenten om een behoorlijke boom op te zetten over filosofie, God, vrijheid en twijfel (waarbij ze vooral pleit voor meer van dat laatste). Haar stellingen zijn soms interessant, maar gaan op andere momenten vervelen. Bovendien verstoren al deze bespiegelingen het ritme van het dubbele verhaal. De ontknoping verliest aan slagkracht.
Het interessantste personage in Drie dochters van Eva is Peri's vader, een man die het soefisme aanhangt, dat Shafak ook in haar eerdere boeken roemde. Als zijn dochter hem vraagt waarom hij niet waardeert dat het geloof een gevoel van veiligheid kan geven, zegt hij: 'Ik wil geen extra huid. Als ik een vlam aanraak, verbrand ik me, als ik ijs vastpak, heb ik het koud. De wereld is wat ze is. We gaan allemaal dood. Wat is het nut van veiligheid in een menigte? We worden alleen geboren, en alleen zullen we sterven'. Hij is al evenmin dol op de hemel: 'Ik kijk naar de mensen die daarheen gaan, degenen die bidden en vasten en alles lijken te doen wat er van hen verwacht wordt. Ze zijn vaak zo arrogant! Dan denk ik bij mezelf; als die figuren op weg zijn naar de hemel, wil ik daar dan eigenlijk ook wel zijn? Ik brand liever in alle rust in mijn eigen hel. Daar is het dan wel heet, maar er is tenminste geen schijnheiligheid'.
Zo vallen er wel meer mooie reflecties te rapen in Drie dochters van Eva, maar ze zijn te dun gezaaid om deze roman meer dan 400 bladzijden lang interessant te houden.
Vertaald door Manon Smits en Frouke Arns, De Geus, 444 blz., 19,99 € (e-boek 11,99 €).
Masquer le texte