Martin heeft vier broertjes; als hij iets aan zijn moeder wil vragen, dan is er altijd wel een van die broertjes hem net voor. Omdat hij zijn verhaal niet kwijt kan thuis, gaat hij naar zijn opa. Deze luistert naar zijn verhaal, maar hij heeft altijd een verhaal dat net iets erger is. Martin vraagt aan zijn vader of er nooit iets ergs met hem gebeurd is, en krijgt dan een verhaal van vroeger te horen waarbij hij een keer de stoerste jongen van de wereld was, maar daarvoor wel de wraak van zijn broer Martin over zich uitriep. Derde deel over de 9-jarige Willem (Paniek in de bieb, De tanden van Kapitein Kraai*) en zijn familie. Het verhaal in de ik-vorm is op zich eenvoudig, de opbouw van het verhaal is enigszins onevenwichtig. De hoofdpersoon wordt levendig en met de nodige humor beschreven. Opvallend is dat aan het slot van het verhaal de moraal van het boek expliciet door de ik-figuur wordt uitgesproken. De vele illustraties in grijstinten sluiten goed aan bij de vlot geschreven tekst, die in een groot lettertype en met een ruime interlinie is gezet. Uitnodigende omslag. Vanaf ca. 8 jaar. Masquer le texte